Interview Jeroen en Boris de Leijer: ‘Dit boek was mijn sprong naar de volwassenheid’

Een kwartier voor afspraak loop ik het Tilburgse restaurant RAW binnen. De interviewlocatie is uitgekozen door vader Jeroen en zoon Boris de Leijer. Bedoeld of niet: de naam van het restaurant sluit verrassend goed aan bij hun onverbloemde, ‘semi-autobiografische’ graphic novel Naar Texas en terug.

Door Martijn van Bruggen

In Naar Texas en terug volgen we de striptekenende vader Jeroen en zijn achttienjarige zoon Boris. Boris zit al drie jaar thuis en vult zijn dagen met zijn telefoon, games en Netflix. Hulpinstanties krijgen hem niet op de rit. In een ultieme poging dit wel voor elkaar te krijgen, besluit Jeroen met zijn zoon een roadtrip te maken door Texas. Wat volgt is een tragikomisch reisverslag. De ‘echte’ Jeroen (bekend van Eefje Wentelteefje) nam de tekeningen en een deel van de tekst voor zijn rekening, terwijl Boris hier zijn eigen proza aan toevoegde.

Hoe is deze samenwerking tussen een ervaren striptekenaar (Jeroen) en een onervaren schrijver (Boris) tot stand gekomen?

Jeroen: ‘Het begon allemaal toen ik een blad maakte voor een wijkcentrum. Degene die zou meehelpen met schrijven, kwam niet. Toen heb ik Boris gevraagd. Ik heb van alles geprobeerd om hem uit zijn isolement te krijgen: van het inhuren van jobcoaches tot samen muziek maken. Maar toen Boris begon te schrijven, gebeurde er iets bij hem.’

Boris: ‘Er ging, banaal gezegd, een lichtje branden. Het schrijven bleek een uitlaatklep. Niet per se een emotionele, maar meer om al mijn gedachten even op een rijtje te krijgen. Die ontdekking heeft uiteindelijk tot Naar Texas en terug geleid, en naar mijn aanmelding aan de opleiding Creative Writing aan de ArtEZ.’

Wat de precieze reden is van Boris’ lange thuiszitten, wordt niet verteld in de graphic novel. Waarom niet?

Jeroen: ‘Als we de Boris in het boek een diagnose zouden geven, zou je meteen iets hebben van: aah, nu snap ik het. Dat hebben we niet gedaan, omdat mensen al heel vaak in hokjes worden geplaatst.’

Boris: ‘In hokjes plaatsen is wat de speciale scholen doen, en de hulpinstanties tijdens het “keukentafelgesprek”. Als je meteen zegt: “Dit is er aan de hand”, dan haal je alle ambiguïteit van het verhaal weg. Dan kan de lezer zelf niets invullen. Ik denk ook dat het belangrijk is dat iedereen die in een hokje is geduwd, zich erin kan herkennen.’

Jeroen: ‘Dit boek gaat niet over wat er met Boris aan de hand is. Het gaat eerder over de verhouding tussen vader en zoon. Is Boris wel zo ongelukkig in bed, of is dat meer iets waar die vader mee bezig is? Wie van de twee is eigenlijk het eenzaamst? Er zit heel veel onderhuids. Door het open te laten, krijgt het verhaal veel meer lucht. Het is ook zeker geen zelfhulpboek. Je kunt je inderdaad afvragen of er aan het einde van het verhaal wel zoveel is veranderd aan de situatie. Het is echt een slice of life, zoals Boris dat noemt.’

Boris, hoe voelde het voor jou om een personage dat jouw kenmerken heeft zo eenzaam neer te zetten?

Boris: ‘Ik wil niet zeggen angstaanjagend, maar het is wel apart om te denken dat mensen dit gaan lezen en mij dan zo voor zich zien. Ik zie de Boris in het boek als een versie van mezelf. Zelfde naam, zelfde uiterlijk, zelfde situatie. Maar ik zie hem eerder als een jongere versie: dit verhaal speelt zich zes jaar terug af. Het is heel makkelijk om bij verhalen een soort betere, verheven versie van jezelf neer te zetten. Een versie die knapper is, een versie die meer vrienden heeft, een versie die rijker is… Maar ik denk dat het altijd beter is een zichtbaar fragiele kant van jezelf te laten zien in een verhaal. Niet al mijn slechte kwaliteiten, maar wel mijn meest kwetsbare kwaliteiten. Dat voelt net zo kwetsbaar om te doen.’

Jeroen: ‘Mijn personage zie je ook worstelen. Ik ben heel erg bezig met de rol die ik als vader heb. Er wordt naar mij gewezen: hij zal wel weten hoe het moet met Boris. Maar ik weet ook niet hoe het moet. Er zit iets wanhopigs in. Hoe krijg ik hem uit zijn bed, hoe maak ik hem volwassen? Uiteindelijk kan je misschien zeggen dat niet de roadtrip, maar het samen maken van dit boek een teken is dat Boris volwassen is geworden.’

Boris: ‘Klopt. Voor mij was dit de sprong naar de volwassenheid.’

Trouwens, eenmaal in Texas aangekomen lijken jullie wel te krimpen in de tekeningen. Hoezo?

Boris: ‘Omdat alles fucking groot is in Amerika! Echt niet normaal. De vlaggen in Texas zijn net zo groot als deze muur. Everything is bigger in Texas.’

Jeroen: ‘Dat cliché klopt. Wat me wél verraste is dat we ons meteen onderdeel voelden van een gemeenschap, toen we in Texas een kerk binnenliepen. Hier in Nederland hebben we het idee dat dingen voor ons geregeld worden: er zal wel een instantie zijn voor dit probleem, toch? Met andere woorden: ik hoef het niet te doen. In Amerika is er geen vangnet, je wordt gedwongen het met elkaar te doen. Dan krijg je dus een kerk, waarin ze zeggen: “Stop alsjeblieft met snoep doneren, want we hebben al een vrachtwagen vol.”’

Jeroen en Boris de Leijer, Naar Texas en terug, Uitgeverij De Harmonie, 256 pagina’s (€ 34,90)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie februari 2023.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5309

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven