Jef Geeraerts ging naar de Belgische kolonie en ontdekte het Afrikaanse leven. Het was een schril contrast met de bekrompen burgerlijke atmosfeer die hem thuis zo verstikt had. Na de onafhankelijkheid van Congo keerde hij terug naar het kille, afstandelijke Europa.
Het was opnieuw een klap in zijn gezicht. Geeraerts had in de kolonie het intense, wilde oerleven ontdekt, hij was gefascineerd door de plaatselijke mensen – en niet vanuit een neerbuigende houding. Geeraerts kon aan de evenaar zijn oude milieu loslaten, de plaatselijke bevolking leerde hem hoe het ook kon.
Op het eerste gezicht lijken de hoofdpersonages uit de vroege verhalen en romans van Jef Geeraerts regelrecht losgeslagen idioten. Hun obsessieve zucht naar avontuur, hun geflirt met het gevaar, hun Rücksichtslose gedrag, hun seksuele driften zijn bijna te cartoonesk om als geloofwaardige literaire karakters te interpreteren. Er is geen relativering, geen afstand, geen ratio. Ze komen pas echt tot leven als de seksuele spanning zo sterk als een muur is om tegen te leunen, terwijl je de ternauwernood ingehouden driften van man en vrouw bijna kunt proeven. Of wanneer ze een scene geschopt hebben en voor hun leven moeten rennen terwijl de kogels ze om de oren vliegen.
[quote]Dit is het Afrika van Jeff Geeraerts.[/quote]
Maar dan bedenk je je: dit is het Afrika van Jef Geeraerts. Congo, de voormalige Belgische kolonie, of wellicht een ander Afrikaans land, maar niettemin Afrika. Geeraerts was er, leefde er, raakte er zijn wilde haren kwijt. Het leven is hier extreem, intens, gestuwd door intuïtie, emotie. Zijn literaire werk, zeker zijn vroege romans, zijn ervan doordrongen.
De vierdelige cyclus Gangreen zou waarschijnlijk ook een schok teweeg hebben gebracht als die in 2013 was gepubliceerd. Een aantal passages is nauwelijks meer dan verkapte pornografie. De belevenissen zijn vormgegeven in een razende stream of consciousness, het tempo van waarnemingen, lusten en gedachten ligt continu hoog, er drijft een niet te stuiten levensdrift in naar boven die maniakaal overkomt. De eerste zin van het eerste deel, Black Venus, duurt meerdere pagina’s, de tweede ook, de derde ook. Die zinnen zijn een lofzang op de vleselijke schoonheid van een meisje, een maagd van dertien, en tot in detail komen we alles over dat prachtige lichaam en het exotische genot dat ze uitstraalt, te weten. En nee, ze heeft nog nooit met een blanke geslapen. Ze mag niet van pater overste. Zelfs ‘vuile aanrakingen’ zijn verboden. Maar de lust en de seks dringen zich op. Alleen door angst voelt de maagd van dertien zich tegengehouden, en anders wel de blanke die haar versiert. Dezelfde zintuiglijke intensiteit treedt ook naar voren in bijvoorbeeld De Goede Moordenaar, de roman over de ondergang van de koloniale macht, het begin van onafhankelijkheid. Ook dit (politieke) verhaal wordt verteld vanuit intensiteit, intuïtie, emotie.
Maar dan bedenk je je: dit is het Afrika van Jef Geeraerts. Ratio, afstand, nadenken, bespiegelen: Europese termen die geen wortel schieten in de broeierige Afrikaanse grond. Een vergelijking: Turks Fruit gaat ook over jongeren, over liefde, over de vrije moraal na de seksuele revolutie, over passie. Maar dat is een Europese roman, een Nederlandse zelfs. Black Venus is, net als de rest van Gangreen en Geeraerts’ overige
vroege werk, toevallig in de Nederlandse taal geschreven, maar deze liefdesgeschiedenis van een blanke koloniaal en een zwart meisje kent niets van die Europese trekjes.
Anders gezegd: waarom zou een man nadenken als hij, zoals in het begin van de roman Schroot, een bar binnenloopt en een mooie vrouw naast een mulat ziet zitten? Hij wil haar, hij zal haar bezitten, de mulat moet maar wijken. De agressie tussen beiden loopt al snel op, terwijl het jazzcafé op de achtergrond luidruchtig aanwezig blijft. De agressie tegen de mulat heeft geen diepere wortels dan het feit dat hij bij de vrouw is waar de man direct door gegrepen is. Niettemin ontaardt het conflict al snel in een levensbedreigende situatie.
Het obsessieve karakter van Geeraerts’ vroege werk hangt ongetwijfeld samen met zijn persoonlijke leven. Er is immers het immense verschil tussen zijn verstikkende jeugd, waarin hij in zichzelf keerde tegen het milieu waarin hij opgroeide, en de exuberante omgeving aan de evenaar waar hij alleen maar zijn ogen open hoefde te doen om zich te laven. Gevaar loert overal. De sensatie in zijn boeken is niet eens overdreven.
Boekgegevens
Jef Geeraerts, Het vroege werk, Uitgeverij De Bezige Bij, ISBN 978 90 854 2500 7 (€ 24,95)
Jef Geeraerts, Gangreen, Uitgeverij De Bezige Bij, ISBN 978 90 854 2419 2 (€ 17,50)