Geen spaghetti, maar Vlaamse stoofkarbonade

Dat Louis Paul Boon een groot schrijver was is wel bekend, maar minder mensen weten dat hij daarnaast ook een groot liefhebben van de Vlaamse keuken was. Hij schreef er met humor en kennis van zaken cursiefjes over in de Gentse krant Vooruit, in 1972 gebundeld onder de titel Eten op zijn Vlaams.

Door Tike de Boer

Niet alleen uit nostalgische overwegingen is een heruitgave gerechtvaardigd, het boekje blijkt ook verrassend actueel. Boon hekelt fabrieksbrood, margarine en blikvoer: ‘Dat is de miserie en de zegen van onze welvaartstaat, waarin van alles te veel is, maar alles opgeblazen en opgejaagd met vitaminen en spuitjes, en met chemische producten kleur en geur en smaak gegeven…’

Vandaag horen we hetzelfde, maar nu heet het ‘echt eten’, of slow food. Zo bezien was Boon was zijn tijd wel vooruit. Minder van deze tijd  is de manier waarop Boon ‘de huisvrouwtjes’ toespreekt in zijn boek en de hoeveelheden boter en spek die er worden gebruikt.

Eten op zijn Vlaams is een ode aan – zoals Boon het noemt – De Ware Vlaamse Volkskeuken. In zeven hoofdstukken behandelt de schrijver die volkskeuken. Het eerste hoofdstuk, getiteld ‘Zomaar een boterham’, gaat over brood en alles wat daar bij en op kan. In hoofdstuk twee komen de (groente)soepen aan bod. Hoofdstuk drie, ‘Glorie van de patat’, gaat over de aardappel in al zijn verschijningsvormen. Dit is ook het meest uitgebreide hoofdstuk, want ‘tussen geschilde patat en patat in de schil ligt een zo hemelsbreed verschil als tussen een generaal met al zijn decoraties en een generaal in zijn hemd’. Ook alles wat je aan groente bij de aardappelen kunt nemen komt hier aan bod. Dan volgen nog vier hoofdstukken: over vlees, over vis, over gevogelte en wild, en als laatste de nagerechten, of het Vlaamse gebak. Die komen er wel wat karig vanaf, maar afgaande op de voorgaande hoofdstukken zal Boon vaak niet aan een dessert zijn toegekomen.

Deze heruitgave is aangevuld met een aantal recepten van de Vlaamse chef-kok Herman Chevrolet, geïnspireerd op de verhalen van Boon over het Vlaamse eten. Bij een enkel recept kun je je afvragen of het Boons goedkeuring zou krijgen. Een Lamsrack met pistachepesto en citroen-beurre blanc lijkt me heerlijk, maar wat ver verwijderd van een Vlaamse Volkskeuken.

Maar dit boek lees je natuurlijk niet om de recepten, alhoewel Boon genoeg gerechten zo beschrijft dat je aan de slag kunt. Je leest het om het sappige Vlaams van Boon, om de heerlijke anekdotes die tussen al de etenswaardigheden door worden gestrooid, waarin we de schrijver Boon zien. Neem de jeugdherinnering waarin de jonge Boon er door zijn ouders op uit werd gestuurd om een ‘flink rotte’ stinkkaas te halen. Eenmaal aan de toonbank durfde de jonge Boon het ‘flink rotte’ niet uit te spreken en vroeg hij alleen om ‘een stinkkaas’. ‘Maar Freek was een oud en wijs man, en die zei dan zelf: “‘k zal voor jou eens een uit de kelder halen, een goeie malse en rijpe.” Voor de eerste keer in mijn leven ontdekte ik toen dat je net hetzelfde kunt zeggen met beter gekozen woorden.’

boon

Boekgegevens

Louis Paul Boon en Herman Chevrolet, Eten op zijn Vlaams, Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN 978 90 295 0488 1 (€ 19,99)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2015.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven