Het meisje strompelde door slootwater en biezen, in een wanhopige poging haar spoor uit te wissen. Eén hachelijk moment waagde ze het haar pas in te houden. Bewegingloos stond ze te luisteren, haar donkere rokken ophoudend boven het water. In het maanlicht was haar mooie gezicht hol als een masker, de ogen als gaten boven de gladde wangen. Het bonzen in haar oren stierf langzaam weg, en ze luisterde naar de nachtlucht. Geen wind door de bomen. De kikkers waren opgehouden met kwaken. Niets te horen dan het druipen van haar rokken en, heel in de verte, de honden. Negentien jaar en nu al weduwe. Mary Boulton. Weduwe door eigen hand.
Een wanhopige vrouw vlucht aan het begin van de twintigste eeuw door de ruige binnenlanden van Noord-Amerika. Ze is net weduwe geworden, nadat ze haar man heeft vermoord. Wraakbelust zitten zijn twee broers haar achterna. De weduwe, zo wordt ze in het boek aangeduid, moet zich staande houden in de wildernis en ontmoet op haar tocht allerlei levendig geschilderde mensen, onder wie de behulpzame indiaan Henry en de mysterieuze William Moreland. Kan de weduwe aan de geesten uit haar verleden ontsnappen?
Gil Adamson ‘De weduwe’, Uitgeverij Cargo, ISBN 978 90 234 2804 6 (Є 19,90)
