‘Walgelijk trots!’

‘Ik ben walgelijk trots. Onuitstaanbaar tevreden. Onaantastbaar content. Ik ben zó trots dat andere mensen er misselijk van worden, zoals je misselijk kunt worden van de verliefdheid van anderen.’
De trots van Connie Palmen betreft het verschijnen van haar nieuwe boek: Lucifer. Een roman over een tragische liefdesverhouding en een onverklaarbaar gebleven dood. Een spannend boek zonder plot in de klassieke zin. Lucifer is geïnspireerd op het leven en het oeuvre van de componist Peter Schat (1935-2003). De homoseksuele componist verloor zijn levensgezellin, een dood die door vragen bleef omgeven. Aan de hand van zijn werk en zijn artikelen onderzocht Palmen deze dood en vooral de levens hier omheen. De hoofdpersoon Lucas Loos verliest zijn vrouw, Clara. Ze maakt een val en sterft. Vrienden zoeken de verklaring, want: ken je de waarheid niet, dan begint de verbeelding.

Waarheid en verbeelding
‘Ruth Rendell gaf ooit als omschrijving of definitie van de thriller: “Was she pushed or did she fall?’’ In de Engelse taal is het een gangbare uitdrukking, die je hanteert als de waarheid onbekend is. De essentie van Lucifer is dat de waarheid nóóit duidelijk is. In het boek lijkt ze duidelijk te zijn voor één persoon, maar die leeft niet meer. Verhalen ontstaan als ze niet om zeep worden geholpen door de waarheid. Ken je de waarheid niet, dan begint de verbeelding. Alle literatuur komt voort uit het niet kennen van de waarheid. Daar drijft Lucifer ook op. In Lucas Loos, de hoofdpersoon, zet ik een verscheurde man neer vol tegenstrijdigheden. Een man die wordt gedreven door zijn hang naar een waarheid. Naar een ideaal, een God, een harmonie. Het streven naar deze harmonie of waarheid gaat voor hem alleen langs de weg van het conflict, het ongelijk en de ruzie. Iedereen is behept met een verlangen naar de grote waarheid. Toch kun je kennelijk blij zijn dat deze er juist niet is. Zelfs de ware God van de katholieken is beeldspraak. Lucas Loos vindt door het creëren van zijn eigen muzieksysteem ook zijn eigen harmonie. Hij bouwt een eigen hemel en maakt zich aan God gelijk.’

Goed moordverhaal
Lucifer is een gedachtendans rondom een onverklaarde dood. Moord zindert volgens Palmen in de gedichten van Gerrit Achterberg. Op de begrafenis van Beethoven drinkt Schubert op de volgende dode – die hijzelf zal blijken te zijn. Tsjaikovski schrijft met de Zesde symfonie zijn eigen requiem. Op de piano van Claude Vivier is na zijn dood een bijna letterlijke beschrijving van de manier waarop hij vermoord wordt te vinden.
‘Voor een goed moordverhaal kun je me wakker maken. Thrillers hebben echter te weinig te maken met wat ik van de literatuur wil, verwacht en verlang. Elke nieuwe roman van Nooteboom of Mulisch is voor mij een spannend avontuur vol originaliteit. Dan weet ik niet hoe snel ik naar de boekhandel moet. Heb je het trouwens gehoord? We hebben nu een nieuwe minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap die Rituelen een truttenboek noemt en Harry Mulisch prut. Hoe durft hij, kleutertaal bezigen over onze grootste schrijvers! Ik kreeg een paroxisme van woede. Je laat toch niet de beste schrijvers van Nederland beledigen door een minister van Cultuur? A.F.Th. afkraken omdat er geen sympathieke personages voorkomen in De tandeloze tijd. Heeft hij dan ooit wel eens Dostojevski gelezen of Céline? Ik houd mijn hart vast bij zo’n minister. Prut, alleen het woord al!’

Personages
Rondom de grote, onopgeloste tragedie in het bestaan van de hoofdpersoon Lucas Loos komen de personages in Lucifer tot leven. Feit en fictie vervloeien tot de beleving van de roman. De waarheid van de personages blijft omsluierd.
‘De componist Peter Schat is het lot beschoren een personage te worden in Lucifer. Lucas Loos wordt zelf ook een personage in “Het boek”. Tsjaikovski wordt een personage in het boek van Lucas Loos. En Socrates bestaat alleen maar omdat hij een personage is van Plato… Ik wilde bespiegelingen uiten over hoe het is om jezelf als personage terug te vinden in een werk van fictie. Hoe groter je publieke domein, hoe meer zoiets voorkomt. Mensen geven je een naam, maar onder hen zijn er ook die slechte verhalen verspreiden. In het extreme geval zijn ze je moordenaar. Iemands verhaal is dood en leven ineen. Het is betekenisgevend en gevaarlijk.’

Taal is tragisch
De stijl die Palmen hanteert is in Lucifer vaak feitelijk en realistisch. Met de korte zweepslagen van de tegenwoordige tijd drijft ze de lezer voort, meezoekend naar de vragen en de antwoorden die de dood van Clara, de levensgezellin van Lucas Loos, omringen.
‘Stijl is onlosmakelijk verbonden met de schrijver, zijn hartslag en bloedstroom. Beslissingen over de structuur en de vorm neem ik vooraf. In het geval van Lucifer wilde ik een tragedie schrijven volgens de wetten van eenheid van tijd en plaats. En ik wilde deze wetten schenden door elk bedrijf een nieuw tijdvak te laten beginnen. Ook wilde ik het verhaal van een zoektocht schrijven, de queeste of graalroman. Vindt-ie het of vindt-ie het niet? De tragedie en de thriller samenvoegen, twee genres die een beetje vijandig aan elkaar zijn. In spannende dialogen liggen de boodschappen verborgen. Je moet zien te leven met tegenstrijdigheden en tragische menselijke condities. Het leven ís tragisch. Taal is tragisch, want het leidt niet tot de waarheid, maar tot halve waarheden, leugens, roddels en suggesties. Mensen die wél de waarheid propageren doen een beroep op het grote gelijk. Ze staan zichzelf geen ambivalentie toe. Maar je wordt geboren om te sterven. Een grotere ambivalentie is niet mogelijk. De waarheid? In zekere zin staat de waarheid van het boek in de eerste zin van Lucifer.’

Connie Palmen, Lucifer, Prometheus, ISBN 978 90 446 0999 8 (€19,95)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven