De lust tot schrijven

Daar is hij weer: Dirk Ayelt Kooiman. Bijna zes jaar geleden had de medeoprichter van de Revisor van zich laten horen met de verhalenbundel Oefenen in ontsnappen, geprezen om de macabere, filmische verhalen. Nu is er Het geheim van Carmen, een titel die op dezelfde spanning en geheimzinnigheid lijkt te mikken. Bij vlagen weet Kooiman het niveau van de voorganger te benaderen. Het geheim van Carmen is een boek met kwalitatief twee gezichten.

Laten we het slotverhaal ‘Schuld en boete’ even parkeren tot later. We nemen alvast in het achterhoofd dat het met kop en schouders boven de andere verhalen uitsteekt. En laten we dan ook maar meteen het grootste probleem van de eerste twee verhalen benoemen: de omvang. De twee verhalen samen nemen amper de helft van de met 174 pagina’s toch al niet lijvige bundel in beslag. Tegelijkertijd permitteert Kooiman zich een gedetailleerde verteltrant en uitvoerig plot. Dat wringt. In het tweede verhaal, getiteld ‘Het eeuwige verraad’, komt hij er nog mee weg. Daarvoor is de opzet van het plot eenvoudig genoeg: twee leden van een verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog worden verliefd en door zijn onoplettendheid komt zij in de problemen. In de vertelling van de overval op een distributiekantoor en de ontdekking van de Duitsers daarvan, laat Kooiman zien nog altijd veel in huis te hebben. Maar tel er in de amper veertig pagina’s uitgebreide sferische beelden van de fietstocht op houten banden en een liefdesspel in de bosjes bij op, en het geheel maakt een wat gehaaste indruk.

Ernstiger is dat in het eerste verhaal, ‘Het geheim van Carmen’. Waar de overvalscène in ‘Het eeuwige verraad’ veel goed maakt, kabbelt het titelverhaal wat voort over een spijbelaar die door zijn vader het huis uit wordt gezet. Er gebeurt verder weinig, of het moet zijn dat de jongen bijna naar bed gaat met een wat oudere vrouw. Het gebeurt uiteindelijk niet, omdat hij zich plots inbeeldt dat de vrouw zijn eigen moeder is. Een variatie op Oedipus dus, een thema dat Kooiman al eerder aansneed toen de jongen zijn vader de dood in wenste. Kooiman probeert te hard om de Freudtheorie in een verhaal van veertig pagina’s te gieten. Het is te weinig subtiel: niet geheel  toevallig wordt op een affiche het toneelstuk ‘Koning Oedipus’ aangekondigd. De toevallige passage van het meisje Carmen is in de kroeg aanleiding om te vertellen over ‘geval Carmen’ van Freud. De afloop laat zich raden.

Net als je gaat twijfelen aan Kooimans kunde, begint het derde verhaal, ‘Schuld en boete’. Het lijkt alsof Dirk Ayelt Kooiman tot rust komt, zichzelf weer wordt. Hij neemt de tijd om te vertellen, met een voorgeschiedenis, een  karakterschets en een daadwerkelijk spannende ontknoping. Het slotverhaal handelt over een zondagskind dat op de zak van zijn moeder teert tot ver in zijn veertigste. Als de vrouw komt te overlijden blijkt ze alleen schulden achter te laten. Het leven van de man staat op zijn kop. Om uit de problemen te komen kiest hij een niet alledaagse oplossing.

Dirk Ayelt Kooiman kan het nog. Het slotverhaal is een pareltje. Moeiteloos combineert hij een huiveringwekkende pageturner met een gedetailleerde, tragikomische karakterschets van een goedbedoelende nietsnut. Onderweg naar zijn ondergang (in letterlijke zin is hij onderweg naar een troosteloos verlaten viaduct) voel je een intens medelijden met de man die de avond ervoor een gruwelijke misdaad heeft begaan. Hoewel het onderwerp net zo tragisch is als dat van de eerste twee verhalen, is de toon van het derde compleet anders, alsof Dirk Ayelt Kooiman er toen pas werk van maakte. Alsof hij toen pas de lust tot schrijven weer voelde.

Boekgegevens

Dirk Ayelt Kooiman, Het geheim van Carmen, Uitgeverij De Harmonie, ISBN 978 90 761 6872 2 (€ 16,90)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven