De econome

De aanvang van De econome is maatschappijkritisch te interpreteren: een wereld met egocentrische, grofgebekte personages, die niet met elkaar communiceren, maar via elkaar met zichzelf. Hoofdpersoon Linde, ambitieus econome, leeft in een snelle zakenwereld vol succesvolle en vooral drukke mensen, die zich desondanks kapot vervelen, zeker in elkaars gezelschap. Linde heeft kortstondige seksuele contacten en uiteraard vele vriendinnen. Ondanks dit leven heeft ze melancholieke neigingen, maar ze wordt niet begrepen. Nadat zij zich kwetsbaar toont met de zinsnede “Soms denk ik wel eens dat ik allang dood ben” (een vingerwijzing naar de latere gebeurtenissen), vraagt een vriendin zich slechts af: “Zou zo’n siliconentiet ook verteren als je in je kist ligt?”
Hierna ontvouwt zich een meesterlijke wending in het plot: Linde vertrekt halsoverkop naar Zuid-Duitsland om daar in een hotel tot rust te komen. Tientallen pagina’s lang wordt haar verblijf op zeer mystieke, vervreemdende wijze beschreven. Ze werd al verwacht. Ze is de enige gast in een groot hotel in een mooie omgeving. Ze komt mensen tegen die haar vader hebben gekend, voor haar een schimmig persoon. In het hotel, sterker nog: in de kamer waar ze verblijft, blijkt haar vader te hebben gelogeerd. Linde ziet en spreekt haar vader. In niets lijkt ze op de persoon die ze bij aanvang was. Ze kan er onmogelijk weg. Achteraf blijkt dat Linde een ongeluk heeft gehad en, in comateuze toestand, alles heeft gedroomd. Of niet? Terug in het echte leven ontmoet Linde in het ziekenhuis een vrouw uit haar droom, die tegen haar praat alsof ze weer in het hotel van haar droom zijn. Zo wordt steeds onduidelijker wat nu echt gebeurt, en wat niet.
Veel aspecten staan symbool voor het fantastische en surrealistische karakter van het verhaal. Lindes woning, werk, hotelkamer en meisjeskamer bevinden zich hoog boven de wereld. Ze begluurt haar buren en de straat en verzint er levens bij. De lifter, die Linde aan het begin van het boek meeneemt en die haar de rest van het boek als een schim achtervolgt, is de belichaming van dit thema. Hij duikt overal op, Linde denkt doorlopend aan hem. De lifter symboliseert het jachtige leven van Linde, maar ook de vlucht naar, en de droom van het hotel. En de vraag wat echt gebeurt en wat fantasie is. De lezer weet het aan het eind ook niet meer, maar heeft desondanks een zeer geslaagd droomverhaal gelezen.
A. Schroder, De econome, De Bezige bij, ISBN 978 90 234 2781 0 (€ 14,99)