De redactie van Onze Taal zet iedere maand een bijzonder taalboek in de schijnwerpers. Deze keer Waarom een zeemeermin geen zeemeerman heet.
Door Raymond Noë
Woorden hebben een verhaal. Hoe komt bijvoorbeeld de bikini aan zijn naam? Wel, dat zit zo: toen de Franse ontwerper Louis Réard in 1946 een nieuw, tweedelig badpak presenteerde, hadden de Amerikanen net een paar dagen daarvoor de eerste test met een atoombom gedaan. Die test vond plaats op een eilandje – niet meer dan een atol eigenlijk – in de Grote Oceaan. De naam van dat eilandje was Bikini, en Réard vond dat een prima naam voor zijn gewaagde creatie. Die insloeg als een bom.
Nog zo’n woordweetje over een eilandwoord: kanaries zijn genoemd naar de Canarische eilanden. Die heten zo omdat de Romeinen er ooit grote honden aantroffen (of zeehonden, daar zijn de experts het niet over eens) en de eilanden Canariae Insulae noemden (canis is Latijn voor ‘hond’, en insula betekent ‘eiland’). En dat maakt van onze kooikanaries dus eigenlijk ‘hondenvogeltjes’.
In het boek Waarom een zeemeermin geen zeemeerman heet zijn vijftig van dit soort woordverhalen voor kinderen (vanaf een jaar of negen) bijeengebracht en uitgelegd. Ze gaan over alledaagse woorden als drop, pyjama, wijf, ramadan, sinaasappel, groenteburger, rendier, bioscoop, zakdoek, walvis en kapsalon, en de uitleg over de verrassende herkomst gaat steeds vergezeld van een vrolijke en verduidelijkende tekening (van illustratrice Josje van Koppen).
De woordverhalen zijn altijd verrassend: zo blijkt de naam van de Amerikaanse dollar afkomstig te zijn van de Nederlandse daalder, dankt de tulp zijn naam aan de tulband, en heet Assepoester Assepoester omdat ze altijd moest poesten – wat een oud Nederlands woord is dat ‘blazen’ betekent.
Het boekje is in de eerste plaats bedoeld voor kinderen, maar ook anderen kunnen er veel uit opsteken. Dat een zeemeermin ooit een meerman was, bijvoorbeeld, of eigenlijk een meermens. En nog vele andere woordverhalen.
Boekgegevens
Josje van Koppen en Onze Taal, Waarom een zeemeermin geen zeemeerman heet, het Genootschap Onze Taal, 120 pagina’s (€ 17,50)
Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2020.