Column Lex Jansen: Vertaalrechten

De Buchmesse is laat, dit jaar. Van twintig tot vierentwintig oktober. Door de versoepeling van de coronaregels zullen er meer mensen zijn dan vorig jaar, maar een ‘gewone’ beurs zal het ook dit jaar niet zijn. Ik begreep dat er sowieso veel minder Amerikanen en Engelsen zullen zijn en dat Europese uitgeverijen vooral hun medewerkers sturen die rechten verhandelen en in veel mindere mate uitgevers en redacteuren. Dat betekent voor de stad Frankfurt een flinke strop. De restaurants zullen niet vol zijn, de party-locaties veelal niet verhuurd en voor de verandering zal er eens geen gebrek zijn aan hotelkamers. Op het beursterrein zal de focus méér nog dan anders liggen op de verkoop van rechten, in het bijzonder de vertaalrechten.

De buitenwereld is veelal onbekend met wat er in de boekenbranche omgaat. Dat geldt zeker voor vertaalrechten, vertalingen en vertalers. Ik heb dat verschillende keren aan den lijve mogen ondervinden. Tamelijk onschuldig was dat telefoontje van een vrouw uit Noorwegen die me vroeg wanneer ze de vertaling van de roman van haar Nederlandse nichtje in Oslo kon kopen? Bij navraag bleek zij te denken dat ik, als uitgever, voor de vertaling zorg zou dragen omdat ik immers de tekst ook in het Nederlands had gepubliceerd.

Hij probeerde nog daarover met mij in discussie te gaan, maar merkte net op tijd dat hij een grote en dure vergissing had begaan.

Ernstiger werd het toen een auteur in spé bij onze eerste afspraak niet alleen zijn manuscript op mijn tafel legde, maar ook een complete vertaling in het Engels. ‘U kunt mijn werk simultaan in Nederland en België op de markt brengen én in de Engelstalige wereld.’ Zonder enig zicht te hebben op een uitgever had hij voor een niet onaanzienlijk bedrag een vertaler betaald. Uit eigen zak. Hij was stomverbaasd toen hij merkte dat ik hem een publicatie in Nederland niet kon garanderen en over een publicatie in het buitenland zelfs helemaal niets te zeggen had. Hij probeerde nog daarover met mij in discussie te gaan, maar merkte net op tijd dat hij een grote en dure vergissing had begaan.

De ‘rechten-mensen’ hebben het druk, straks, tijdens de beurs. Met korte en bondige verhalen, verkoopcijfers en hier en daar een mooie quote moeten ze mensen uit andere landen en culturen enthousiast maken voor het werk van Joke Hermsen, Tom Lanoye, of Tommy Wieringa. Soms helpt de belofte van een vertaalsubsidie daarbij, maar wonderolie is zo’n toezegging zeker ook niet. En toch lukt het ieder jaar een aantal keren. Dat een handjevol Nederlandse auteurs succes hebben buiten onze landsgrenzen is zeker te danken aan het uiterst zorgvuldige werk van de vertaler, maar het begint al daarvoor, bij de rechten-meneer, of -mevrouw. In de meeste uitgeverijen is hij zeker niet het meest zichtbaar, maar voor de contacten met uitgeverijen in andere landen, is hij onmisbaar. Ik wens hem een succesvolle Frankfurt!

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2021.  
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven