Column Lex Jansen: Naar Parijs!

Struin je in een Franse stad eens even lekker door een koele boekwinkel, dan moet je, om te vinden wat je zoekt, noodgedwongen een andere strategie hanteren dan in een Nederlandse zaak. Zoek je een bepaalde auteur, dan zul je merken dat auteursnamen niet, zoals bij ons, op alfabetische volgorde in de kasten te vinden zijn. Titels staan gerangschikt op uitgever. Zo vind je de uitgaven van bijvoorbeeld Gallimard in de ene kast, terwijl je voor die van Flammarion bij een andere moet zijn. Naast plekken voor de grootsten vind je natuurlijk ook planken voor de kleinere uitgeverijen. En de vertalingen uit het Nederlands? Die vind je bij de Scandinavische boeken.

Opvallend is dat je aan de vormgeving van de meeste titels direct de signatuur van een bepaalde uitgeverij kunt herkennen. Pas de laatste jaren komt er meer aandacht voor de auteursnaam en de sfeer van het boek. Er zijn daardoor steeds meer kleurrijke en figuratieve omslagen, maar… eronder zit nog steeds het traditionele ontwerp dat bij een bepaalde uitgeverij hoort. Het heeft er alle schijn van dat de uitgeverij belangrijker gevonden wordt dan de auteur. Hij of zij mág werk publiceren bij een bepaald uitgevershuis. Schrijvers komen en gaan, lijkt het idee, maar een uitgeefhuis blijft altijd bestaan.

Toen ik Illusions perdues van Honoré de Balzac las, kon ik alleen maar constateren dat er in zo’n tweehonderd jaar eigenlijk niets veranderd is. Recent is er door regisseur Xavier Gianolli een fantastische verfilming van de roman gemaakt, met Benjamin Voisin in de hoofdrol. Hij speelt Lucien de Rubempré, die vanuit de provinciestad Angoulême naar Parijs komt om het daar helemaal te gaan maken. Al snel raakt hij verloren in de slangenkuil van de journalistieke en literaire wereld van de hoofdstad, met alle gevolgen van dien. Ik kan u het boek én de film van harte aanbevelen.

Een ander fenomeen is de zogenoemde ‘Rentrée’, de eerste tien dagen van september. Iedere uitgever wil op dat moment zijn meestbelovende titels op de markt brengen. Gevolg is dat er in tien dagen tijd zo’n driehonderdvijftig titels in een keer uitgeleverd worden. Dat je van de meeste daarvan nooit meer iets verneemt, is tamelijk voor de hand liggend. Voorafgaand aan genoemde Rentrée ging ik als uitgever langs bij zoveel mogelijk uitgeverijen, waar ik afspraken maakte met de mensen die verantwoordelijk waren voor de buitenlandse rechten. Of ik nu bij Albin Michel, Editions du Seuil, of bij Héloïse d’Ormesson binnenstapte, ik kwam altijd precies op het juiste moment, want er was nú een boek… dat was werkelijk iets voor De Arbeiderspers. Succes verzekerd! Ik heb mooie herinneringen aan dit soort bezoekjes en als ik door de Rue Jacob loop, kijk ik altijd even of ik de entrée van Editions des femmes of die van Seuil kan vinden. Achter die muren zindert het nog altijd.

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2023.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven