Column Lex Jansen: En daar stond mijn wieg 

Sinds kort worden er weer boekpresentaties georganiseerd, zoals vanouds. De meeste bezoekers proberen nog een beetje afstand te houden en hier en daar blijft er opzettelijk een stoel leeg. Bekenden groeten elkaar met een vriendelijke glimlach, maar ze geven elkaar geen hand meer, omhelzen of zoenen elkaar liever niet. Helemaal als voor de pandemie wordt het waarschijnlijk nooit meer. Het lijkt nog wel gewoonte te zijn dat de boekhandelaar het publiek welkom heet en de literaire gast introduceert. Het viel me laatst op dat er bij de ene auteur steevast gezegd wordt wat voor opleiding hij gehad heeft, terwijl dat bij een collega-auteur niet ter sprake komt, of dat er speciaal aandacht is voor waar hij vandaan komt, terwijl dat er in een ander geval niet toe lijkt te doen. Sommige auteurs zíjn hun geboorteplaats, lijkt het wel. Over Gerard Reve bijvoorbeeld wordt altijd verteld dat hij uit Betondorp komt. Niet uit Amsterdam, nee, uit Betondorp. Toen ik dat stadsdeel nog niet kende, riep de naam – terecht of niet – naargeestige beelden bij me op. In het geval van Reve is de associatie met zijn geboorteplek natuurlijk voor de hand liggend. Zijn beroemde roman De avonden speelt immers in de wijk en ook Werther Nieland ademt de sfeer van Betondorp. Gerard Reve en Betondorp horen voor eeuwig bij elkaar, terwijl niemand weet dat de wieg van Willeke van Ammelrooy er ook heeft gestaan.  

Natuurlijk zijn er meer voorbeelden. Couperus en Den Haag, of C.C.S. Crone en Utrecht, maar zo verbonden met haar geboorteplaats als Belle van Zuylen, dat is toch heel zeldzaam. Niet ver van Utrecht, aan de Vecht, ligt het dorp Oud-Zuilen. Hier voel je nog altijd de aanwezigheid van Belle. Bij haar is het niet zozeer het literaire werk dat de associatie met haar geboortegrond levend houdt, als wel het schitterende Slot Zuylen, waar ze opgroeide en woonde tot haar huwelijk met de uit Zwitserland afkomstige Charles de Charrière. In de winter woonde de familie op de Kromme Nieuwe Gracht, maar zodra het weer het toeliet, verhuisde men naar Zuylen. Belle schreef in het Frans en correspondeerde met mensen in heel Europa. In de jaren ’70 van de vorige eeuw verscheen bij Van Oorschot het verzamelde werk in een Nederlandse vertaling, en bij De Arbeiderspers, in de serie Privé-domein, werd een keuze uit haar brieven uitgegeven, onder de titel Rebels en beminnelijk. Dat de figuur van Belle nog altijd tot de verbeelding spreekt, blijkt ook wel uit het feit dat er nog steeds over haar geschreven wordt. In 2008 bijvoorbeeld verscheen de roman De liefde dus van Joke Hermsen, waarin Belle centraal staat.  

Bij een volgende boekpresentatie zal ik erop letten: wordt er gezegd waar de auteur vandaan komt? En als dat zo is, wat wil dat dan zeggen? 

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2022.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven