Sporen van Olof van Joolen en Niels Roelen is een indringende bundel met persoonlijke verhalen van Nederlandse veteranen over hun missie en hun terugkeer in de burgermaatschappij.
De sporen van de missie
Olof van Joolen
Wie is de veteraan? Als je online wat rondzoekt of het links en rechts in je omgeving vraagt, krijg je al snel een beeld. Een veteraan, dat is een heel oude man die zijn leven in de waagschaal stelde tijdens de Tweede Wereldoorlog. De laatsten van zijn generatie danken we jaarlijks rond 4 en 5 mei of als we in september Operatie Market Garden herdenken: ceremonies die de oud-strijders steeds meer kromgetrokken en moeilijker lopend bezoeken. Thank you for your service!
En anders is een veteraan een Nederlandse militair die naar Srebrenica ging, of naar Uruzgan, om deel te nemen aan een helemaal of gedeeltelijk mislukte missie. Goedbedoeld, maar met een opdracht waarvan de Haagse politiek naïef veronderstelde dat het haalbaar zou zijn. Ten onrechte denkend dat de maatschappij waarvan onze mannen en vrouwen een paar maanden deel uitmaken net zo maakbaar is als onze overgereguleerde postzegel aan de Noordzee. De man of vrouw die de klus moest klaren is zwaar gefrustreerd teruggekomen en zit thuis in een donker hoekje met mentale problemen. Lege flessen staan en liggen om hem heen, en met een beetje pech slaat hij regelmatig zijn vrouw. Bij Defensie kijkt niemand meer naar hem om.
Zijn dit clichés? Natuurlijk. En zoals voor de meeste clichés geldt, zijn ze niet per definitie onwaar. Maar na negen jaar als defensieverslaggever voor eerst het Algemeen Dagblad (2006-2008) en recenter De Telegraaf (2016-2022) is mij duidelijk geworden dat het werkelijke beeld veel diverser is. Ik heb de afgelopen jaren oud-strijders ontmoet in alle soorten en maten. Zo was er de inderdaad zwaar beschadigde Libanon-veteraan die een interviewafspraak bij hem thuis ten tijde van het oplaaien van het conflict in het Midden-Oosten op het laatste moment wilde afzeggen. Toen ik duidelijk maakte hem echt heel hard nodig te hebben voor mijn stuk, mocht ik een dag later alsnog komen en zag ik waarom hij onder de afspraak uit had willen komen. Geen stoel in zijn huis had nog poten. We moesten op de kale vloer zitten en hadden een aangrijpend gesprek. Of neem de Indiëganger die me belde om te zeggen dat hij zo in de war was na een auto-ongeluk. Alles kwam ineens terug, en nu wilde hij er een eind aan maken. Een telefoontje naar het Veteraneninstituut zorgde er gelukkig voor dat er hulp naar de man toe werd gestuurd en hij die onomkeerbare stap niet zette.
Maar er waren ook heel andere verhalen. Zoals dat van Nederlands meest ervaren F-16-vlieger Joost ‘Niki’ Luijsterburg, die me vertelde dat zijn missies boven Kosovo en Afghanistan tot de meest intense en professioneel meest bevredigende momenten van zijn lange loopbaan behoren. Hoe hij er met collega’s voor had gezorgd dat Servische artillerie gericht op een vluchtelingenkamp tot zwijgen werd gebracht.
Hetzelfde gold voor de operators van elite-eenheid MARSOF van het Korps Mariniers die in Somalische wateren op piratenjacht gingen. Of generaal Nico Geerts, wiens commandantschap in Uruzgan een geslaagd toelatingsexamen vormde voor de top van de krijgsmacht. Als je daar kunt functioneren, kun je het overal. Oorlog als de definitieve bevestiging van persoonlijk en professioneel kunnen. Het kan heel goed, vertelde ook Ridder Militaire Willems-Orde Gijs Tuinman me toen we spraken over de acties van ‘zijn’ commando’s diep in Zuid-Afghanistan.
Die verhalen fascineerden me. Natuurlijk door de kinetische component. Ook al zeggen de vertellers er honderd keer bij dat oorlog gruwelijk is en schuwen ze niet om dat met heftige details te onderbouwen, ik ben zoals velen geboeid door verhalen van het slagveld. Over het beschikken over leven en dood en het zelf balanceren op het dunne randje tussen die twee. Dat zegt gelukkig niet alleen wat over mij; het is een universele fascinatie. Waarom anders speelden we vroeger als kinderen oorlogje, keek mijn generatie als tiener naar Tour of Duty en hebben zovelen thuis een plank vol boeken over de Tweede Wereldoorlog? Vechten of vluchten zit diep in ons DNA verankerd. De verhalen van de mensen die de ultieme gevechten leverden, kunnen we daardoor net zo moeilijk weerstaan als een stuk appeltaart met slagroom of een bakje chips. We moeten dit gewoon tot ons nemen.
Olof van Joolen en Niels Roelen, Sporen. Veteranen na hun missie, Uitgeverij Volt, 272 pagina's (€ 22,50)
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.