Boekfragment: Mevrouw OVO

Ze noemt zichzelf Mevrouw Ovo, een Officiële Vuilnis Observant, die voor elk afgedankt object een nieuw thuis probeert te vinden. Als ze op een dag een diepdonkerblauw wollig fluwelen bank aantreft, sluit ze deze onmiddellijk in haar hart. Maar hoe krijgt ze het enorme ding elf verdiepingen naar boven terwijl de wereld om haar heen in rep en roer is?

Mensen zijn genadeloos. Wat ze overbodig of niet meer bruikbaar vinden, gooien ze achteloos weg. Onverbiddelijk, zonder enige notie van de consequenties. Onverschillig voor het leed van de betrokkene. Dat verdienen veel voorwerpen niet. Een tweede kans. Ook de afgedankte spullen gunde ik dat van harte.
Al dat weggegooid goed! Moest je nu eens zien hoe hulpeloos dat erbij lag langs de kant van de weg. Niet om aan te zien hoe dat stond te verpieteren in de regen en hoe wanhopig kleurig het zijn aanlokkelijkheden tentoonstelde.
‘Zie mij, zie mij,’ schreeuwde het. ‘Moet ik echt vermalen worden? Ik kan nog omarmen, kan met mijn charme uw hart verwarmen!’
Zij troffen doel bij mij. Hoe kon ik hen níet zien of horen? Hadden afgedankte voorwerpen ook geen recht op een veilige haven, op warmte en beschutting?
Er waren heel veel vuilnisverzamelplekken in mijn buurt. Een rijke wijk heeft rijker vuilnis. Mijn verzilverde met parelmoer ingelegde theeservies heb ik gevonden bij de flat waar veel Arabieren zijn neergestreken. Ik kon naar hartenlust grasduinen. Dat voelde nuttig, geëngageerd en zorgzaam.
Ik ben geen type om koffie te gaan schenken in het bejaardentehuis. Een kijkje in de toekomst nemen, voordat ik mijn echte leven stevig op de rails had gezet? Ik ben niet gek!
Gelukkig had ik mijn eigen doel, net zo vrijwillig en onbetaald als koffie schenken of rolstoelduwen en veel bevredigender dan zorgen voor een poes of kamerplanten water geven. Mijn verzamelingen aten niet en dronken niet. Ik hoefde ze alleen maar op te poetsen en neer te zetten. Met rode koontjes van dankbaarheid blonken ze me tegemoet.

Twee jaar geleden hebben omstandigheden mij gedwongen het leven serieus onder de loep te nemen. Een echt grote verrassing was de uitkomst niet. Het duurde alleen even om me te realiseren, dat ik, volgens de wet van de lijn-consequent-doorzetten, dan ook werkelijk actie moest gaan ondernemen. Ik ben traag en claustrofobisch van aard. Als de voortgang belemmerd wordt, kies ik snel de gemakkelijkste weg en stroom ik, net als water, naar mijn laagste punt om koste wat kost te ontsnappen. In mijn geval was er weinig keus. Een parallelle wereld. Het hoofd in! Een heel leven heb ik in gedachten geconstrueerd met over het algemeen de meest voor de hand liggende ingrediënten. Zo uitzonderlijk ben ik nou ook weer niet, daar streef ik ook helemaal niet naar.
Ik had genoeg voorbeelden van hoe het vooral niet moest om me heen gehad. Tijdens de groepsgesprekken heb ik over de meest stompzinnige handelingen, gedachten en verwachtingen horen vertellen. Na verloop van tijd vond ik het oersaai, er zit weinig variatie in zulk ongeluk. Ik hulde me in stilzwijgen en zocht de vrijheid, zo wijd en ver mijn hoofd in als ik maar wilde. Helaas, zelfs dáár blijkt uiteindelijk de ruimte begrensd. Alleen op fantasieën leven is een uitputtende bezigheid. Er waren geen opties meer, ik moest het onder ogen zien. De tijd was aangebroken mezelf af te pellen om een echt leven te kunnen beginnen, eentje waarin de gewenste persoon die altijd al in mij had gezeten de kans kreeg de kop op te steken zoals het beeld uit het blok marmer onder de handen van de beeldhouwer vandaan vanzelfsprekend de wereld in mag blikken.

Boekgegevens

Elma van Haren, Mevrouw OVO, Uitgeverij De Harmonie, ISBN 978 90 761 7464 8 (€ 19,90)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie januari 2017

Berichten gemaakt 5309

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven