Ik wil dood, maar eerst een bord tteokbokki, dat is de intrigerende titel van de Koreaanse bestseller van Baek Se-hee, een succesvolle jonge socialmediadirecteur die zich niet goed voelt: down, angstig, eindeloos onzeker. Is dit dan een depressie? Waarom heeft ze dan nog steeds zin in haar favoriete maaltijd: tteokbokki, de pikante rijstcakes?
Proloog
‘Als je gelukkig wilt zijn, moet je de volgende waarheden niet vrezen, maar ze onder ogen zien: één, dat we altijd ongelukkig zijn en dat ons verdriet, ons leed en onze vrees goede bestaansredenen hebben. Twee, dat er geen reële manier bestaat om deze gevoelens geheel van onszelf te scheiden.’
– Une parfaite journée parfaite van Martin Page
Dit motto is een van mijn favoriete citaten, waarin ik me altijd goed heb kunnen vinden. Zelfs in mijn meest overweldigend depressieve periodes kon ik alsnog lachen om de grappen van vrienden, hoewel ik me vanbinnen leeg voelde, om vervolgens een leegte in mijn maag te voelen en tteokbokki te gaan eten – wat was er mis met mij? Ik werd getergd door een vaag gevoel, niet extreem depressief, maar ook niet bepaald gelukkig. Uit onbegrip dat deze tegenstrijdige gevoelens bij veel mensen naast elkaar kunnen bestaan, kreeg ik het soms extra zwaar te verduren.
Waarom vertikken we het om eerlijk over onze gevoelens te zijn? Zijn we zo levensmoe dat we geen puf meer hebben om er überhaupt over te praten? Ik wilde zo graag mensen vinden die hetzelfde voelden als ik. Daarom besloot ik om, in plaats van oeverloos rond te dwalen in een eindeloze zoektocht, mezelf op te werpen als iemand naar wie zíj op zoek konden gaan: om mijn arm in de lucht te steken en ‘Hier ben ik!’ te roepen, in de hoop dat iemand me zou opmerken, zichzelf in mij zou herkennen en naar me toe zou komen, zodat we troost konden vinden in elkaars bestaan.
Wat volgt is een logboek van de behandeling die ik heb doorlopen voor dysthymie, oftewel persisterende depressieve stoornis (een staat van constante, lichte depressie). Het staat vol met persoonlijke en soms onnozele details, maar ik heb geprobeerd er meer van te maken dan een woordenstroom waarin ik simpelweg mijn donkere emoties tentoonspreid. Ik onderzoek specifieke situaties in mijn leven om de onderliggende reden van mijn gevoelens te achterhalen en zo een gezondere richting in te kunnen slaan.
Ik ben benieuwd naar mensen zoals ik, die vanbuiten tiptop in orde lijken, maar vanbinnen langzaam wegrotten, waarbij de rotting wordt veroorzaakt door het vage gevoel niet helemaal in orde te zijn, maar ook niet in ellende te verkeren. De wereld heeft de neiging zich uitsluitend te richten op dat wat heel erg straalt of dat wat heel erg donker is. Veel mensen in mijn omgeving kunnen mijn vorm van depressie niet bevatten. Maar wat is dan een ‘acceptabele’ vorm van depressie? Kunnen we óóit volledig begrijpen wat we onder depressie verstaan? Dat gezegd hoop ik dat mensen dit boek lezen en denken: ik ben dus niet de enige die zich zo voelt, of: nu weet ik dat sommige mensen hiermee leven.
Ik heb kunst altijd gezien als iets waarmee onze harten worden beroerd. Kunst gaf mij hoop: de hoop dat vandaag misschien geen perfecte dag is, maar toch best oké, en de hoop dat ik de hele dag depressief kan zijn om uiteindelijk toch in lachen uit te barsten om iets heel triviaals. Ik besef nu dat het even natuurlijk is mijn donkere kant te tonen als mijn lichtere. Door op mijn eigen manier kunst te beoefenen hoop ik mijn weg te vinden naar andermans hart, net zoals dit boek zijn weg heeft gevonden naar u.
Baek Se-hee
Baek Se-hee, Ik wil dood, maar eerst een bord tteokbokki, vertaling: Mattho Mandersloot, Uitgeverij Pelckmans, 208 pagina’s (€ 22,00)
Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2023.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.