Boekfragment: Ik geloof in jou

Ik geloof in jou van Hinke van Abbema is een prachtige nieuwe young adult dat het verhaal vertelt van de islamitische Aicha en de christelijke Sara. 

Ze lijken allemaal naar me te schreeuwen. Koop mij! Koop mij! De verpakkingen in felle kleuren. Tony’s Chocolonely en Johnny Doodle. Dark Honeycomb Crunch & Dates of White Apple Crumble Pie. Koop mij! Eet mij!

Ik sta nu al zo’n vijf minuten naar mijn opties te staren. Ze zijn allemaal lekker, allemaal zoet, allemaal niet goed. Het zijn vijf lange minuten. Ik zucht diep.

Er komt een jongen in een Jumbo-shirt het pad in lopen. Vlak bij me komt hij tot stilstand. ‘Lukt het? Kan ik je ergens mee helpen?’ Als een soort zombie die ontwaakt, draai ik me naar hem toe. Het is een knappe jongen met donker haar en helderblauwe ogen. Hij glimlacht. ‘Gaat het?’ vraagt hij. Door de glimlach knijpen zijn ogen een beetje samen en ontstaan er rimpeltjes bij zijn ooghoeken. Het blauw verdwijnt naar de achtergrond.

Ik knik, ik kan zo snel geen woorden vinden om hem gerust te stellen.

Hij kijkt van mij naar de chocola. ‘De oranje moet je hebben, van Tony’s Chocolonely,’ zegt hij. ‘Die is het lekkerst.’

Ik schud mijn hoofd en er komt weer beweging in me. ‘Dank je wel,’ mompel ik en dan haast ik me het pad uit, naar de zuivel, gris een tweeliterpak melk uit het schap en haast me naar de kassa. Mijn moeder heeft de melk nodig, ik moet opschieten.

Vijf minuten later sta ik voor de deur van onze eengezinswoning naar mijn sleutels te graaien. Waar zijn die dingen? Ik geef op en bel aan. Even later verschijnt mijn moeder in de deuropening. ‘Aicha, waar bleef je nou?’

‘Sorry, sorry,’ zeg ik. ‘Iemand hield me aan de praat in de supermarkt.’ Snel haal ik de melk uit mijn tas en geef die aan haar, dan glip ik achter haar langs de keuken in. Mijn jongere broertje Alif zit op de bank met zijn neus in zijn telefoon. Ik haal een glas uit de kast en vul het met kraanwater.

‘Ik heb net thee gezet,’ zegt mijn moeder. ‘Neem lekker een kopje. En een kaneelkoekje.’

‘Nee, dank je, ik neem water.’ Ik ga naast Alif op de bank zitten en vis mijn telefoon uit mijn broekzak. Even op Insta kijken. Ik volg een meisje dat er altijd van die mooie foto’s op zet. Ze heeft een perfect figuur en de mooiste kleren. Ik weet precies wat ik moet kopen als ik haar Insta heb bekeken. Ze geeft ook handige tips over hoe je kunt afvallen en wat je wel en niet moet eten. Chocola staat natuurlijk op de niet-lijst. Suiker is hartstikke ongezond. Mijn moeders thee, met kilo’s suiker erin, drink ik dus ook niet. Als ze een kop voor me inschenkt, laat ik het gewoon staan of ik giet het stiekem over in het glas van een van mijn broertjes of zusjes.

Op Insta zie ik een foto van mijn beste vriendin, Layla, met haar buurmeisje. Even reageren met een hartje en hearteyes-emoji.

Alif gluurt op mijn scherm. ‘Is dat Layla?’

‘Ja. Hoezo? Wat loop je in mijn telefoon te kijken? Tfoe!’

‘Hé,’ zegt hij verongelijkt. ‘Je hoeft niet te gaan schelden.’

‘En jij moet je niet met mij bemoeien,’ kaats ik terug.

‘Aicha, hou op,’ zegt mijn moeder. ‘Laat die jongen. Help mij anders met loempia’s rollen.’

‘Ja, dag!’ zeg ik terwijl ik overeind kom. ‘Ik ga nog even weg.’

Hinke van Abbema, Ik geloof in jou, Uitgeverij Kokboekencentrum, 288 pagina's (€ 17,99)

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2021.  

Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven