Boekfragment: Dodenherdenking

Dodenherdenking combineert het verhaal van Spitfirepiloot Chris tijdens de oorlog en rechercheur Martin in het heden. In Noord-Groningen is een groot windmolenpark aangekondigd. Dan wordt een wethouder van de gemeente dood aangetroffen…

Mohamed zakte tot boven zijn enkels weg in de modder. Met zwaaiende armen bleef hij overeind, terwijl Martin te hulp schoot. Onverstoorbaar praatte de forensisch rechercheur verder. ‘We hebben tot dusver geen sporen gevonden op de akker. Met het weer van de afgelopen dagen was het onvermijdelijk om voetafdrukken achter te laten.’
Martin keek achter zich en zag duidelijk waar hij had gelopen.
‘Dus mijn hypothese is,’ zei Mohamed, ‘dat het lichaam vanaf de brug in het water is gekieperd. Het is een stukje weggedreven en hier tot stilstand gekomen in het riet.’
Mohamed stopte op zo’n dertig meter van de weg. De witte schermen leidden schuin naar beneden, waar een groepje mannen in witte pakken over een lichaam gebogen stond. Er werd druk gefotografeerd. Vanaf hier kon Martin nog weinig zien.
‘Ze zijn zo klaar. Dan kunnen jullie er bij.’ Mohameds blik schoot heen en weer tussen Martin en Karin. ‘Ik denk dat jullie de handen vol gaan hebben aan deze.’
‘Nu ben je ons gewoon aan het pesten,’ protesteerde Karin.
Mohamed lachte. ‘Nee, echt.’
De andere mannen klommen tegen de oever omhoog. Ongeduldig wachtte Martin tot Mohamed het initiatief nam. Als leidinggevende van de forensische recherche was hij verantwoordelijk voor het vastleggen van alle bruikbare sporen. Dit was momenteel zijn plaats delict en er was altijd het risico dat de plaats vervuild raakte met andere sporen.
‘Kom maar voorzichtig.’ Mohamed ging hen voor. Ze glibberden langs de oever naar beneden.
Daar in het riet lag het levenloze lichaam. Martin zag de vrouw die grotendeels uit het water stak. Haar bovenbenen en knieën verdwenen net onder water, om vervolgens vanaf de kuiten weer op het bruine water te drijven. Boven haar middel lag ze op het droge, gevangen door het riet.
Haar gezicht was opzij gericht. De oogleden waren gesloten en het was ineens duidelijk waar Mohamed zo cryptisch over sprak. Geschrokken bleef Martin staan, zijn ene voet op het gras van de oever, zijn andere net in het water.
De vrouw was volledig kaalgeschoren. Haar hoofd was een glimmende huidkleurige bal en deed hem denken aan een kankerpatiënt. Het was een onwerkelijk gezicht, wat nog erger werd door haar voorhoofd.
In het voorhoofd van de vrouw stond een groot hakenkruis gekerfd. Het opgedroogde bloed vormde een strakke zwartrode lijn, in fel contrast met de bleke huid eromheen. Een klein stroompje liet zien waar het bloed uit de inkerving naartoe was gelopen. Het liep omhoog, wat betekende dat het droog was voor ze hier werd gedumpt.
Heel even schoten Martins gedachten naar een ander lichaam dat hij had zien liggen. Een soort stroomstoot ging door zijn lichaam. Hij wankelde en zijn voet glibberde weg. Snel greep hij met zijn rechterhand het riet vast om niet te vallen. Het lukte hem om zijn evenwicht te hervinden.
Karin keek hem aan. ‘Gaat het?’
‘Sorry, ik gleed weg.’
Dit was geen gewone moord. Hij had vele ernstige verwondingen gezien. Mensen wiens tong weggesneden was, mensen die in koelen bloede van korte afstand door het hoofd geschoten waren en lijken die volledig leeggebloed waren. Maar dit was ongekend. Hij leunde voorover om het hakenkruis te bestuderen.

Sander Blom, Dodenherdenking, Uitgeverij Palmslag, 336 pagina’s (€ 20,95)

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven