Boekfragment: De ongelooflijke zoektocht van Millie Bird

De ongelooflijke zoektocht van Millie Bird is een onweerstaanbare roman over drie mensen die verloren zijn en gevonden willen worden. Millie, Agatha en Karl vegen de vloer aan met alle gangbare conventies en ontdekken daardoor waar het in het leven precies om gaat.

Millie houdt haar buik vast en tuurt door de opening tussen het ondergoed. Ze weet waarom haar moeder haar hier zou kunnen achterlaten, maar daar wil ze niet aan denken, dus doet ze dat niet.
De paspop kijkt nog steeds naar haar. Ze zwaait naar hem. Het is een voorzichtig zwaaitje: haar vingers klappen een voor een in tot ze ze allemaal in een vuist heeft. Ze weet nog niet zeker of ze vrienden met hem wil worden. Ze trekt haar kaplaarsjes aan, kruipt onder het ondergoed uit en kijkt naar het briefje dat ze de vorige avond aan het rek heeft gehangen.
Hier mam.
Ze trekt het los, vouwt het op en schuift het in haar rugzak. De man met het boomschorsgezicht komt haar kant uit lopen. Hij sloft het gangpad door, vlak langs haar, en naar de koffiehoek. Millie volgt en slaat hem gade van achter de planten. Hij gaat zitten alsof dat pijn doet en staart naar zijn koffie. Millie loopt op hem af en legt haar hand op die van hem.
‘Hebt u weleens gezien dat je ergens kip per emmer kunt krijgen?’ vraagt ze.
De man kijkt naar zijn hand en dan naar haar. ‘Ja,’ antwoordt hij. Hij trekt zijn hand weg en tikt met zijn vingers op de tafel.
‘En?’ vraagt Millie, en ze gaat in de stoel tegenover hem zitten. ‘Hoe is dat?’
‘Precies zoals het klinkt,’ zegt hij.
Millie bijt op haar onderlip. ‘Kent u veel mensen die dood zijn?’ vraagt ze.
‘Iedereen,’ zegt hij, en hij kijkt in zijn koffie.
‘Iedereen?’
‘Ja. En jij?’ vraagt hij. Hij tikt nog steeds met zijn vingers op tafel.
‘Ja. Negenentwintig Dode Dingen,’ zegt ze.
‘Dat is een hoop.’
‘Ja.’
Hij buigt zich naar voren. ‘Hoe oud ben jij?’ vraagt hij.
Millie slaat haar armen over elkaar.
‘Hoe oud ben jij?’
‘Ik vroeg het eerst.’
‘We zeggen het tegelijk.’
‘Zevenentachtig.’
‘Zeven.’
Hij leunt achterover. ‘Zeven?’
Millie knikt. ‘En een half. Bijna acht, eigenlijk.’
‘Je bent jong.’
‘Jij bent oud.’
De kuiltjes in zijn wangen worden wakker. ‘Jouw laarzen passen bij mijn bretels,’ zegt hij, en hij tikt met zijn vingers op zijn bretels.
‘Jouw bretels passen bij mijn laarzen.’ Millie kijkt naar zijn handen.
‘Waarom tik je met je vingers als je praat?’
‘Ik tik niet,’ zegt hij tikkend. ‘Ik typ.’
‘Wat dan?’
‘Alles wat ik zeg.’

Millie Bird

Boekgegevens

Brooke Davis, De ongelooflijke zoektocht van Millie Bird, vertaling: Harry Pallemans, Uitgeverij Ambo|Anthos, ISBN 978 90 263 2951 7 (€ 17,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie mei 2015

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven