Boekfragment: De komst van de wolven

De komst van de wolven van Sarah Hall is een tour de force van prachtig proza, rijkgeschakeerde personages en weelderige natuurbeschrijvingen.

Ze droomt niet vaak over ze. Overdag zijn ze ongrijpbaar, ze houden zich schuil in het hoge gras van het reservaat, verdwijnen uit de omgeving van het hol. Ze zijn kwiek of lui, bewegen zich door hun eigen taankleurige landschap en slapen onder boomstammen – in beide gevallen zijn ze makkelijk over het hoofd te zien. Ze hebben hun verdwijntrucs geperfectioneerd. ’s Nachts komen ze terug. De camera’s registreren ze, rode ogen, donkerder gekleurde snuiten als ze terugkeren van de jacht. Of ze hoort ze huilen langs de bufferzone, een lange harmonische toon. Eén begint, de andere vallen in. ’s Nachts hoef je niet te fantaseren, niet te dromen. Zij regeren de wereld buiten je hoofd. Nu ligt er sneeuw in Chief Joseph, vroeg voor de tijd van het jaar. De pijnbomen buigen gewillig door,de rivieren zien wit. In afgelegen hutten bevriezen pannen wildbouillon en waterleidingen. Ranches van miljonairs liggen er verlaten bij, de thermostaat ingesteld en het hek op slot. De wegen zijn schoongeveegd, maar er zijn maar weinig bezoekers. De zomercongressen en -conferenties zijn allang voorbij. Alleen de casino’s verdienen nog aan toeristen, aan vrijgezellenparty’s en gokverslaafde oudjes, aangelokt door het verlossende neonlicht. De wolven zullen binnenkort ook wegtrekken – naar het noorden, achter de kariboes aan. Het centrum sluit voor het winterseizoen en zij vliegt naar huis, naar Engeland. Haar eerste bezoek in zes jaar. Het laatste is slecht afgelopen, met ruzie, een scheuring in de familie. Nu wordt er een beroep op haar gedaan vanwege een bevlieging van een rijk man, een man die bijna eenvijfde bezit van het graafschap waar zij vandaan komt. En haar moeder heeft niet lang meer te leven. Geen van beide verplichtingen is dringend; de beide betrokken personen wachten wel, de een met meer geduld dan de ander. Ondertussen dus sneeuw. De wolven in Chief Joseph volgen de geur van hoefafdrukken, gaan op strooptocht vanuit het hol. De pups zijn groot geworden en klaar om eropuit te trekken, hun reis kan nu elk moment beginnen. De stammenraden komen in Lapwai bijeen om over beurzen, wegenonderhoud, de jachtquota van de gouverneur en de bescherming van het roedel te vergaderen. De komeet van Hernandez staat laag en zwak in het oosten, boven de compounds van de freaks die buiten de consumptiemaatschappij leven.

De nacht voordat Rachel uit Idaho vertrekt droomt ze toch over ze, en over Binny. Binny zit op een houten bank in het oude dierenpark, bij de vogelhutten; ze draagt een lange leren jas en rookt een sjekkie. Ze heeft kort donker haar onder een groene cloche. Rachel is jarig. Dit is het verjaarscadeaudat ze heeft gevraagd: een dag in Setterah Keep, de treurige victoriaanse menagerie in de bossen in het Lowtherdal. Ze hebben rondgelopen in het omheinde gebied met de wilde zwijnen, langs de otters en de pauwen naar de uilen. Binny houdt van de oehoe. Van zijn schuine oren, de starre oranje tunnels van zijn ogen. Ze zit kalm te roken, kijkt naar de vogel die met zijn gekortwiekte vleugels slaat en zijn veren gladstrijkt. Ze is een en al botten en borsten onder die jas, een lichaam dat beter tot zijn recht komt zonder kleren, een lichaam gemaakt om mannen te gronde te richten. Nog niet in verwachting van Rachels broer. Haar groene nylon broek knettert van de statische elektriciteit als Rachel ertegenaan leunt.

Hall

Boekgegevens

Sarah Hall, De komst van de wolven, vertaling: Wim Scherpenisse, Uitgeverij Ambo|Anthos, ISBN 978 90 263 3105 3 (€ 21,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie september 2015

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven