Boekfragment: Alleen de vogels vliegen

Theresa Groen werkt in Berlijn in de thuiszorg en ze schildert. Een aangetekende brief zet haar leven op de kop. 

Theresa liet zich in de badkuip glijden. Het warme water was weldadig; het was een vermoeiende dag geweest en ze had pijn in haar rug. Ze sloot haar ogen en verheugde zich op een rustige avond. Ze was van plan een pizza te bestellen en nog even aan haar schilderijen te werken. Net toen ze er nog wat warm water bij wilde doen werd er aangebeld. Ze schrok en ging na wie er op dit tijdstip langs zou kunnen komen. Haar dochter Anna was het vast niet, want die had een sleutel en ze belde altijd van tevoren. De bel ging opnieuw. Theresa stond op, wikkelde een handdoek om haar hoofd, trok een badjas aan en ging naar de deur. 
‘Mevrouw Matusiak, Theresa Matusiak?’ 
Theresa knikte. 
‘Wilt u hier alstublieft tekenen?’ De postbode gaf Theresa een aangetekende brief. 
Ze ondertekende het formulier, bedankte en sloot de deur. Besluiteloos draaide ze de brief rond in haar handen. Waarom kreeg ze een aangetekende brief? De afzender was een notariskantoor, Herzberg en Salomon aan de Schönhauser Allee. Resoluut scheurde Theresa de envelop open. 

Geachte mevrouw Matusiak, 
Hierbij delen we u mede dat mevrouw Marlene Groen haar testament bij ons kantoor in bewaring heeft gegeven. Een week geleden is mevrouw Groen overleden. Op ons rust derhalve de plicht u te informeren dat u en Tom Halász de erfgenamen zijn van het onroerend goed in Rostock. We verzoeken u per omgaande contact met ons op te nemen voor het afwikkelen van de formaliteiten. 
Onze oprechte deelneming. 

Met vriendelijke groet, 
i.o. dr. Kai Herzberg 

Theresa liet de brief zakken. Was Marlene nu pas overleden? Dat klopte niet. Deze brief sloeg helemaal nergens op. Haar oudere zus was al in 1971 bij een bootongeluk om het leven gekomen. Marlene was met haar vader Johannes gaan zeilen op de Oostzee en daarbij verdronken. Ze was nog maar zeventien. Het verdriet om Marlenes dood was voor haar ouders ondraaglijk geweest en ook later spraken ze bijna nooit over hun gestorven dochter. 

Theresa liep naar het raam. Haar natte voeten lieten vochtige afdrukken achter op de vloer van de hal. Peinzend keek ze naar haar schilderijen, die tegen de muur stonden. Op de doeken waren melancholieke gezichten te zien die enigszins aan Modigliani deden denken. Theresa streek met haar vingers over de wang van een bleke vrouw met een grote hoed. Haar ouders, Johannes en Elisabeth Groen, hadden drie dochters: Theresa, Marlene en Charlotte. Charlotte was de oudste en Theresa de jongste. Theresa had Marlene nooit gekend, want die was voor haar geboorte gestorven. Na de dood van Marlene was Elisabeth nog een keer ongepland zwanger geraakt en ze had het niet over haar hart kunnen verkrijgen om voor een abortus te kiezen. 
Theresa maakte haar blik los van het schilderij en nam de aangetekende brief opnieuw vluchtig door. Bij de woorden ‘onroeend goed in Rostock’ stopte ze even. Onroerend goed? Daar had ze zonet helemaal overheen gelezen. Theresa haalde de handdoek van haar hoofd en dacht aan het huis in Rostock dat vroeger van haar ouders was geweest. Na de Wende hadden ze het verkocht. En nu zou het al die tijd van Marlene zijn geweest? Marlene, van wie ze dachten dat ze al jaren dood was? 

Anja Baumheier, Alleen de vogels vliegen, vertaling: Sylvia Oosterhuis, Uitgeverij Stortebeeker, 360 pagina’s (€ 21,95)  

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven