Boekfragment: Achterland

Achterland is een spectaculaire en magnifieke roman over de duistere kant van de Amerikaanse droom en een heruitvinding van de western.

AMARGO
Arizona Territory, 1893

Toby kwam – met lege handen – op een holletje terug van de kreek met het bericht dat hij nog meer sporen had gevonden, onder bij het water deze keer.
‘Goed dan,’ zei Nora. ‘Laat maar zien.’
Ze wendde haar paard en volgde haar jongste de kloof in. Het pad versmalde tussen hoge rotswanden en liep uit op de zwarte dakpanformaties van een stokoude rivierbedding, waarna het een kwart mijl tussen de wilgen door naar de oever slingerde. De stroom was nu niet veel meer dan glimmende septembermodder met hier en daar de afdrukken van een salamander die aan Toby had weten te ontsnappen.
Hij wees waar zijn emmer was gevallen. ‘Da’s waar ik hun heb gezien.’
‘Waar ik hén heb gezien,’ zei Nora.
Ze was blij te zien dat zijn haar weer aangroeide. Drie zoons en zeventien jaar moederschap hadden uitgewezen dat alleen kaalscheren iets uithaalde tegen luizen, maar de uitwerking ervan was bepaald schrikbarend: Toby zag eruit alsof hij uit een militie van straatschoffies was gedeserteerd en was veroordeeld tot het dragen van zijn schandteken. Stel dat de ervaring uit het verleden het deze keer liet afweten en hij voor altijd kaal bleef? Het was toch al zo’n deerniswekkend ventje: te mager voor zijn zeven jaar, te teer, te dierbaar en hopeloos onzeker. Leefde al net zo in zijn eigen fantasiewereld als zijn vader.
Die sporenkwestie had hem zo te pakken dat al zijn andere zorgen erbij in het niet vielen en hij een mikpunt van spot werd voor zijn broers, Rob en Dolan, die het spookverhaal van een kind weigerden te accepteren nu ze zo onomstotelijk mannen waren. De enige raad waar zij mee op de proppen kwamen – ‘Je hoeft het maar te zeggen en wij vangen hem voor je, Tobe!’ – was vierkant tegen zijn zin, want Toby hoefde het beest helemaal niet zo nodig te zíén; hij wilde gewoon dat ze hem geloofden als hij zei dat het bestond. Vorige week waren de jongens met hem naar de verlaten claim van de Floreses geweest, waar de sporen voor het eerst waren opgedoken, om hem van zijn dwaasheid te genezen. (Hoe ze dat wilden aanpakken wist Nora niet, maar ze had haar vermaning weten in te slikken dat ze moesten oppassen met zijn slechte oog. Het waren immers haar jongens. Emmetts zoons. De recente uitbarstingen daargelaten waren ze eerlijk en oplettend, voorzichtig met anderen in het algemeen en met Toby in het bijzonder.) Toch had ze op de veranda gewacht tot ze in de kokendrode schemer weer verschenen, twee paarden met langgerekte schaduwen in het kielzog. Dolan kalmpjes deinend in het zadel, Rob een eindje voor hem uit en zo graatmager met zijn zestien jaar dat ze zich afvroeg hoe hij het klaarspeelde om Toby met maar één arm netjes voor zich in het zadel te houden.

Boekgegevens

Téa Obreht, Achterland, vertaling: Ine Willems, Uitgeverij Signatuur, 468 pagina’s (€ 24,99

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2019.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven