Boekenkrant-schrijfwedstrijd: ‘De analyse’

‘De analyse’ is een van de vijf genomineerde verhalen van de Boekenkrant-schrijfwedstrijd 2021. Philippe Noens bezigt in dit verhaal een zeer unieke schrijfstijl. In ‘De analyse’ laat de verteller het ene na het andere gezegde vallen in zijn relaas over het zijn van een ex-man. Het verhaal ontvouwt zich langzaamaan tussen de regels door.

Om precies te zijn sloeg mijn sociale omgeving die pseudo-boeddhistische wijsheid rond mijn oren. De zegswijze was de vliegenmepper en ik het vervelende insect. Dat het gras niet groener was aan de overblabla.

Zie ook: ‘Het verdriet zit hem in het vluchten.’

Bemerk eveneens: ‘Iemand met een diploma zou toch beter moeten weten.’

Toegegeven, dat van dat gras is ook een makkelijk te geven devies. Je wordt er als respondent zo door verleid. Dat komt door zijn beknoptheid, en het aangenaam afstandje dat het spreekwoord met zich meebrengt. Het plaatst de spreker, die zich vaak bedient van de zin alsof hij hem zonet heeft uitgevonden, in een ivoren toren. Vanuit zijn burcht, opgetrokken uit monogame stenen, heeft de man makkelijk kijken.

Besef: ‘Het is beter te blijven bij de duivel die je kent.’

En weet: ‘Elk huisje draagt zijn kruisje.’

De kasteelheer van dienst ziet een weifelende sukkelaar eens aan andermans gazonnetje snuffelen, hij ziet een stumperd die al te lang op zijn tanden moet bijten eens lukraak verifiëren of dat gras daadwerkelijk groener is, daar zo aan de overkant, en hop, de bezorgde imperialist van het huwelijk daalt razendsnel de stenen trappen af om de twijfelaar te vragen of die wel goed weet waarmee hij bezig is.

Te begrijpen als: ‘Gevolgen worden altijd onderschat.’

Of om een andere beeldspraak te bezigen: ‘Liefde maakt blind.’

Hoewel die laatste spreuk steeds minder in trek is, die is nu echt, als een doos wasproduct waar je maar blijft uit schrapen, op gebezigd, en heel vaak zie je de toehoorder van plaatsvervangende schaamte op zijn tanden bijten.

Vat op: ‘Het is stil waar het nooit waait.’

Interpreteer het, zo je wil, als: ‘Maak de balans eens op.’

Een linker- en rechterkolom. Verlies en winst die broederlijk naast elkaar moeten staan. Vrouwen als boodschappenlijstjes.

Als iemand de vliegenmepper bovenhaalde, antwoordde ik vaak hetzelfde. De symfonie van mijn ontrouw. De van buiten geleerde biecht die ik opdreunde als men durfde aanzetten met al dat gifgroen gras. Dat ik duizend jaar samen was met Sara. Onze ruzies waren op één hand te tellen. We dachten over negenennegentig komma negenennegentig zaken hetzelfde. En hoe saai dat wel niet was, perfect samen te vallen met de normaalverdeling.

Leidt daaruit af: ‘Flanellen pyjama’s in de winter.’

Doorzie het als: ‘Huisje, tuintje, boompje, en ik die graag eens tegen die laatste wou pissen.’

Wat was onze definitie van een decennium liefde? ’s Avonds onze tanden ‘vergeten’ te poetsen, want wat deed het er ook toe, al onze geuren waren bekend en meermaals gedeeld. Met gesloten ogen, het hoofd weg van elkaar, de temperatuur van ons bed opnemend. Een bed dat we betraden zonder de intentie om er lang in te verblijven.

Ik verklaarde dat er niks afstompender is dan een beginnend buikje. Dat de mens geen bezet gebied mag zijn, een wildebeest vervelt tot huiskat.

Lees ook: ‘Het ideaal anti-afrodisiacum is een flikkerend beeldscherm.’

Snap het als: ‘Lichamen ingesmeerd met het burgerlijk vet van routines. Om het maar niet te hebben over geslachtsdelen opgekruld als doornroosjes.’

Ik eindigde mijn betoog, nadat ik had stilgestaan bij de piano, dat Sara en ik elkaars lichaam begrepen als een instrument dat af en toe, maar niet te veel, afgestemd diende te worden, met een tegenspreekwoord. Met een beeldspraak in spiegelbeeld. In een ideale wereld was jouw vrouw jouw beste vriend, wat Sara zeker was, maar met een vrouw als Virginie had ik geen vrienden nodig. Als ze begrepen wat ik bedoelde.

Versta het als: ‘De kracht om een golfballetje door een tuinslang te zuigen.’

Omsluit het als: ‘Een kerkbezoek van haar in dat blauwe jurkje met die split doet zelfs de meest vrome priester het voorhoofd afdippen.’

Het was niet alleen dat natuurlijk, maar voor een tijdje was het genoeg. De meeste verdedigers van het huwelijkssacrament zwegen dan wel.

Soms gooide ik er ook een tweede tint groen tegenaan. Want met Virginie wandelen, was haar blootstellen aan de natuurelementen. Er was altijd een moment waarop ze van me weg huppelde, het hoge gras of laag struikgewas in, haar broek afstroopte en hurkte.

Om verder te gaan: ‘Er is geen melodie zuiverder dan een meisje die straalt op bosgrond.’

Om de vergelijking te maken: ‘Een man verstoort met zijn opdringerig geklater de rust van het woud, een vrouw kabbelt het geluid van de natuur weer aan elkaar.’

Maar van dat gras dat écht groener is: dat klopt dus niet. Gras is gras. Er is niks mis met Virginie, we maken er wel iets van, maar ze plast minder dan vroeger. Dus nu zeg ik niks, of nog niks, maar ik denk het wel.

De gedachte: ‘Virginie is niet meer vrouw dan Sara.’

Het idee: ‘Een op maat gemaakt pak is toch beter dan een blauw jurkje.’

Dus als iemand me het binnenkort vraagt, zal ik misschien iet anders antwoorden.

Heel wat anderen denken er precies hetzelfde over. Wij exen komen dezelfde drie woorden in een stoffige lade van ons achterhoofd tegen.

Niet: ‘Ik mis haar.’

Wel: ‘Hadden we maar.’

Berichten gemaakt 5342

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven