Met Aan de oever van de tijd laat Henning Mankell de lezer kennismaken met Afrika door een aaneenschakeling van verhalen. Hij vertelt over de kolonisatie, maar het wordt nooit zwaarmoedig of donker. Felisberto vertelt over pater Raul, die een vreemd geloof wil overbrengen maar geleidelijk begint te twijfelen aan zichzelf. Het volk heeft helemaal geen behoefte aan wat hij heeft te bieden. In een ander verhaal komt een oude blanke aan het woord die door het naderende einde van de kolonisatie grip lijkt te verliezen. De lokale bevolking hoort eveneens dat de bevrijding nadert, maar kan het evenmin plaatsen.
“Moeten we juichen of scheldwoorden roepen als ze komen aanmarcheren?.”…“Het is waarschijnlijk het best om te kijken wat de anderen doen,” antwoordde Felisberto naderhand. “Wat de meeste anderen doen. En dat dan ook doen. Maar niet al te duidelijk. Nauwelijks zichtbaar”. (p94)
Aan de hand van verscheidene luchtige verhalen geeft Henning Mankell weer hoe twee volkeren omgaan met vrijheid, machtsverhoudingen, geloof en cultuurverschillen. De verhalen zijn persoonlijk getint. Niet alles is waar, dromen, fantasie, waarheid en een zekere naïviteit komen samen en maken het geheel persoonlijk en hartverwarmend. Een man verkoopt zijn ziel, een vrouw wil de zee nog zien voor ze sterft ook al kan ze niet lopen, een man wil in Europa zijn geluk zoeken en stuurt zijn familie van tijd tot tijd een vogel met een geldstuk in zijn mond… Keer op keer weet Henning Mankell de lezer te ontroeren door eenvoudige, mooie, maar soms ook schrijnende verhalen. Alle verhalen hebben één ding gemeenschappelijk. Ze gaan over mensen. Mensen met een verhaal.
Henning Mankell, Aan de oever van de tijd, Uitgeverij de Geus, ISBN 9789044504156 (€ 19,90)