Je werkgever wil namelijk alles over het dorp registreren voor het nageslacht. Daarbij krijg je kost en inwoning in haar gigantische roze huis en dit alles samen met je beste vriend. Toevallig heeft die werkgever ook nog eens een leuke dochter van jouw leeftijd. Klinkt te mooi om waar te zijn, maar je gunt het hoofdpersoon Colin Singleton van harte. Hij kan wel wat geluk gebruiken, nadat hij voor de 19de keer is gedumpt door een meisje dat Katherine heet.
Colin is een wonderkind, dat graag een genie zou willen zijn. Ondanks zijn IQ van 200 heeft hij echter nog nooit een ‘Eureka!’-moment gehad. Colin is een sympathieke jongen die heel graag ‘iets zou willen betekenen’. Hij probeert de wereld te vatten in logica en laat derhalve de wetten der logica los op zijn deprimerende Katherine-ervaringen. Met het wiskundig model waar hij aan werkt, moet het uiteindelijk mogelijk zijn om aan de hand van een aantal factoren relaties te voorspellen: wie dumpt wie en na hoeveel tijd.
19 keer Katherine is een geestige roman over opgroeien, vriendschap, liefde en die nagenoeg onbedwingbare menselijke behoefte om iets te willen betekenen. Het boek is een ode aan de vriendschap, een afrekening met ‘de populaire mensen’ op de middelbare school en een parodie op de voor volwassenen vaak moeilijk te volgen strikte scheiding van jeugdculturen. Je wordt meegenomen op een tocht door het onnavolgbare brein van Colin, die zoveel verbanden ziet tussen zaken, dat hij grote moeite heeft een goed verhaal te vertellen. Colin zou het slimme neefje kunnen zijn van Sue Townsends Adrian Mole en Salingers Holden Caulfield. Green zet een unieke en zeer aandoenlijke persoonlijkheid neer, die ondanks (of dankzij) zijn tekortkomingen alles in zich heeft om bij een groot publiek geliefd te worden – de populaire mensen uitgezonderd.
John Green, 19 keer Katherine, Lemniscaat, ISBN 9789056378974 (€ 14,50)