INTERVIEW – Geschreven portretten

‘Ik richt me volledig op één personage en zijn of haar gedachtewereld. Ja, dat kun je portretten noemen. De monoloog van Alma Mahler, die in dit boek staat, is in die zin een portret. En ook het stuk over de Toccata van Robert Schumann, een essay, is een portret van een muziekstuk – en van een pianist die het stuk in de vingers wil krijgen.’

Komt de neiging portretten te schrijven, in de huid van één enkel personage te kruipen, door uw werk als psychoanalytica?
‘Ik weet niet hoe ik zou schrijven als ik geen psychoanalytica was, maar het moet een invloed hebben. Volgens mij gebeurt er in mijn romans teveel met een personage om diens leven of persoon “slechts” een portret te noemen.’

Zelf zie ik veel van uw romanpersonages als indringende (psychologische) verkenningen van de wereld binnenin een karakter…
‘Wanda Wiericke, uit Het geheim, voldoet daar zeker aan. Ze is korzelig, kortaf, kan nauwelijks met andere mensen omgaan. Wanda is alleen maar gericht op haar doel: muziek maken. In Twaalf keer tucht staat ook een verhaal over oud-voetballer Piet de Vries, die zegt: “Ik praat met mijn benen.” Veel van mijn personages, en dat blijkt ook uit deze portretten, zijn bezig een doel na te jagen. Dat keert hen in zichzelf, maakt hun wereld introvert en intens.’
Anna Enquist, Twaalf keer tucht, Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN 978 90 295 7512 6 (€ 15,00)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven