Af en toe duiken er in de krant van die wetenschappelijke onderzoekjes op die bewijzen dat mensen die lezen interessanter zijn dan mensen die niet lezen. Ik lees die onderzoekjes graag. Als ik kapitaalkrachtig zou zijn, zou ik dit slag onderzoekers sponsoren tot aan mijn dood, en misschien nog wel daarna. Het kan me niet schelen of de onderzoeksmethodes die deze wetenschappers hanteren steek houden of niet. Een mens gelooft, of hij gelooft niet. En voor het geloof, dat is bekend, moet je wat over hebben.
Soms, zeker tijdens deze zomerse maanden waarin ik de boeken door een klimatologisch gestuurde, toenemende verslaving amper kan wegleggen, knip ik alle artikels over het belang van de literatuur uit, en plak ze ergens in huis; kwestie van ook de man geregeld met de neus op mijn interessante feiten drukken.
Er zijn momenten waarop het toilet behangen is met ogenschijnlijke faits divers van voorgaand allooi. Vooral de achterste muur, ter hoogte van ’s mans blikveld als die in de pot mikt, kent op dit moment koppen die er niet om liegen. ‘Lezen maakt intelligent.’ ‘Lezers zijn betere minnaars.’ ‘Vrij nooit in een huis zonder boeken.’ ‘ Waarom lezers interessantere mensen zijn’ en ‘Kunst, de brandstof van elk beschaving.’ Die laatste vergt al om wat meer reflectie, en daarom heb ik hem ook boven de wasbak gehangen. Kort en bondig komt de stelling van dat artikel hierop neer: een beschaving kan niet draaien op economische productie, maar heeft juist literatuur, muziek, film en andere hoogst persoonlijke uitingen nodig, om in beweging te blijven.
Zo is dat. Dat spreekt.
Over mijn verslaving, die tijdens de zomer de neiging tot pieken vertoont, maak ik me weinig zorgen. Haat, liefde, vreugde, verdriet, verveling, jaloezie, angst, twijfel, wraak en pijn zullen me vullen met de warmte die ik nodig heb. En behalve die zekerheid heb ik er nog een andere. Ook voor de omgeving heb ik het adequaatste antidotum ontdekt. Het wondermiddel werd me door een ander onderzoek aangereikt. ‘Voorlezen is sexy. Voor volwassenen en voor kinderen.’
Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2013.