Voor Cees, van Christiaan en Renate

Ik ben een groot liefhebster van Nootebooms poëzie. Werkelijk subliem vind ik zijn gedicht ‘Aardmoeder’, uit Gezichten van de wereld, een fotoboek van Eddy Posthuma de Boer met wie Nooteboom de gehele wereld heeft bereisd. Bij een foto van een oude vrouw met een takkenbezem op een kale zandvlakte schreef Nooteboom:

Aardmoeder

Zojuist heb ik de wereld geveegd
stof afgenomen
wonden vergeven
zonden geheeld

ik ben de moeder van de aarde
alle goden zijn verdwenen
verdronken vervlogen verkwijnend
in tehuizen en kerken
ik alleen bleef achter
om te koken, te troosten, te vegen

iemand,
meneer de fotograaf,
iemand moet het vuile werk doen.

Wat ik er zo mooi aan vind, is geloof ik dat Nootebooms gebruikelijke mildheid hier een ongewoon venijnige staart krijgt. In zijn proza vind ik hem weleens érg wijs, verstandig en berustend, maar in zijn poëzie kan hij waarlijk met donder en bliksem gooien. Prachtig. Jammer genoeg ken ik Nooteboom niet persoonlijk. Onze wegen hebben elkaar maar een paar keer gekruist. Misschien een generatiekwestie?
Renate Dorrestein

Een jaar geleden zou ik met Cees Nooteboom aan tafel zitten bij de zender ‘Het Gesprek’. Ik had me er behoorlijk op verheugd: mijn afstudeerscriptie, uit 1999, ging over zijn werk, dat ik altijd erg bewonderd heb. Ik had, heel aanstellerig, een exemplaar van mijn debuutroman bij me, met opdracht. Daarmee liep ik de studio in. Die bleek compleet verlaten, op een stagiaire na. Wat was het geval: ‘Het Gesprek’ had geen geld meer, tot nader orde werden er geen nieuwe programma’s meer gemaakt. Excuses, flesje wijn als troost, terug naar huis. Toen heb ik dat boek, dat ik al voor Nooteboom gesigneerd had, alsnog naar hem opgestuurd. Een half jaar later kwam er een uiterst vriendelijk bedankbriefje uit Berlijn, in zijn kenmerkende kleine handschrift, op zijn ouderwets gedrukte briefpapier. Opsturen was helemaal niet nodig geweest, schreef hij me, want hij had het boek al en vond het erg goed, met name de passages over de muziek.
Ik las zijn werk voor het eerst als middelbare scholier. Ik denk dat het begon met Rituelen, nog altijd een van de beste boeken die ik ken, vooral vanwege de hypnotiserende toon erin, de combinatie van een scherp observatievermogen in een melancholiek gemoed. “Herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil” is een haast canonieke zin. Maar ook uit andere hoofdstukken uit Rituelen kan ik mezelf wel eens in gedachten zinnen horen prevelen. Laatst herlas ik Mokusei! voor een stuk in De Groene over sensuele boeken en ook hierin is het diezelfde toon die me aanstaat. En de reisverhalen natuurlijk. Als je Nooteboom leest, wil je onmiddellijk zelf weg, en dan ook je ziel over het landschap uitsmeren.
Laatst sprak ik hem dan eindelijk, op de verjaardag van Gerrit Komrij, die gevierd werd bij de Bezige Bij, tegenwoordig ook zijn uitgever. Een innemend man. Was erg vriendelijk voor de beginnende auteur die ik ben. Of mijn eigen werk door dat van hem is beïnvloed? Vast, vast, maar hoe dat precies zit, dat kun je niet direct aanwijzen. Om het met een Cees-citaat (uit: In Nederland) te zeggen: “Er zitten altijd honderd schrijvers in je hand, ook al weet of wil je dat niet.”
Christiaan Weijts

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven