Suske en Wiske gaat zeventig jaar met zijn tijd mee

Met 329 stripverhalen en miljoenen verkochte albums in Nederland en Vlaanderen mogen Suske en Wiske gerust tot cultureel erfgoed gerekend worden. En dat al zeventig jaar! Beginnen de jaren te tellen?

Het is 30 maart 1945. Terwijl Vlaanderen de wonden likt van de Tweede Wereldoorlog, komt een klein meisje met spillebenen en een lappenpopje de kolommen van de krant binnen wandelen aan de hand van haar grote broer Rikki. Het zijn de eerste stroken van De Avonturen van Rikki en Wiske. Als een half jaar later Rikki wordt vervangen door Suske is het beroemdste Vlaamse stripduo ooit geboren. De eerste verhalen zijn nog wat uit de losse pols, maar met wat hulp van die andere grote Belgische striptekenaar Hergé weet Willy Vandersteen al snel prachtige tekeningen te combineren met goed doordachte vertellingen.
Die eerste verhalen zijn doordrenkt met naoorlogse thema’s als schaarste en wederopbouw. Zo wil Lambik in De Zwarte Madam het Belfort ‘recht zetten’ met een flinke lading dynamiet, nadat kwelgeesten hem hebben wijsgemaakt dat ze van de Geheime Wederopbouw zijn. De strip biedt de getraumatiseerde Vlamingen de broodnodige verstrooiing en Suske en Wiske wordt in korte tijd enorm populair. Het levert Vandersteen veel werk op en zijn vrouw moet bijspringen. Met vaste hand zet zij die eerste verhalen in inkt.

Maart 2015. Album 329, Suskewiet, ligt in de winkel. Daarin verandert Suske in een vogeltje na het eten van de vrucht van een bloem van de Mayizena-indianen. Zijn vrienden zetten koers naar Zuid-Amerika om hem te helpen.
De albums worden niet meer aan de keukentafel gemaakt, maar in een professionele studio die aan diverse mensen werk biedt: een scenarioschrijver, een tekenaar, een inkter en een inkleurster. Een apart team houdt zich bezig met kortverhalen en reclametekeningen.
Eén van de opvallendste verschillen tussen de Suske en Wiske-verhalen uit 1945 en 2015 is de taal. Aanvankelijk waren de albums in onvervalst Vlaams geschreven. Schanulleke heette Schalulleke; lulleke is Vlaams voor sjalotje. Toen de albums ook in Nederland verschenen, werd het Vlaams problematisch en in 1965 schakelden Suske en Wiske over op ABN. Het was misschien noodzakelijk, maar het haalde wel wat karakter uit de strip. Wie een oude Vlaamse versie leest, ontdekt dat de teksten veel smeuïger zijn en dat Vandersteen enorm met taal kon spelen.
Ook valt het verschil in tempo op tussen de verhalen uit de eerste twintig jaar en die van nu. In de oude albums zat meer rust. De verhalen kwamen langzaam op gang; eerst werden wat goede grappen gepresenteerd. Tegen de tijd dat er zich eindelijk wat ontwikkelingen voordeden, was je zo een paar pagina’s verder. Tegenwoordig gebeurt vaak al op de eerste pagina iets wat alle gebeurtenissen in gang zet. Zo vertelt professor Barabas in Suskewiet al in de derde strook over een geheimzinnig kistje dat hij gevonden heeft. Daarna volgt een hit and run waar de actiescènes elkaar in razend tempo opvolgen met nauwelijks rustmomenten.

Suske en Wiske volgen daarmee de tijdsgeest, zoals ze dat altijd gedaan hebben. Het duo is daar zeventig jaar mee geworden. De honderd halen ze ook nog wel.

Suskewiet

Boekgegevens

Willy Vandersteen, Suske en Wiske 329 Suskewiet, Standaard Uitgeverij, ISBN 978 90 022 5112 2 (€ 5,99)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie mei 2015

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven