Een rechter heeft herbevestigd dat Sherlock Holmes, een personage van Sir Arthur Conan Doyle, in het publieke domein blijft. Deze uitspraak werd gedaan in een zaak van schrijver Leslie Klinger, die een boek uitbracht met een verzameling van originele Sherlock Holmes-fictie, tegen de Conan Doyle Estate.
De Conan Doyle Estate wilde dat Klinger 5000 dollar zou betalen aan licentiekosten. Dit was niet de eerste keer dat Klinger in contact kwam met het bedrijf. Het boek in deze kwestie is namelijk een vervolg op een eerdere verzameling met originele fictie over Sherlock Holmes. Hiervoor betaalde uitgever Random House 5000 dollar voor de licentie. Het vervolg wordt door Pegasus Books uitgegeven.
De vier boeken en 46 korte verhalen over Sherlock Holmes die voor 1923 werden uitgegeven, vallen niet onder het copyright. De tien verhalen die na die tijd zijn gepubliceerd vallen wel onder die regeling. De Conan Doyle Estate beargumenteert dat de twee hoofdpersonages, Sherlock Holmes en John Watson, dankzij de ontwikkelingen in deze laatste tien boeken pas echt ronde karakters zijn geworden.
Voor rechter Richard A. Posner werd het niet duidelijk wat deze argumentatie met copyright te maken heeft. Posner maakte zelfs een vergelijking met Star Wars. Hij vergelijkt de situatie met het verschijnen van Star Wars Episodes I, II en III; dit zou betekenen dat het copyright voor de decennia eerder verschenen Episodes IV, V en VI verlengd zou moeten worden. Klinger laat weten op zijn website dat het boek in november uit zal komen.
Conan Doyle is overigens niet de enige auteur wiens werken gebruikt voor hervertellingen en nieuwe verhalen. Over Jane Austens oeuvre, dat zich ook in het publieke domein bevindt, bestaan bijvoorbeeld ook tal van vervolgen, moderniseringen en alternatieve verhalen. Kortom: het schrijven van follow-ups is bijna een genre op zich.
Bron: theguardian.com/uk.reuters.com/techdirt.com/lesliesklinger.com
Foto: Sidney Paget (1860-1908) – de.WP
