Op 52-jarige leeftijd overleed maandagavond auteur Pieter Steinz. Dat maakte zijn oud-werkgever NRC Handelsblad bekend. De ziekte ALS, waar hij sinds 2013 aan leed werd hem uiteindelijk fataal.
Hij was redacteur en chef boeken voor NRC en sinds 2012 directeur van het Nederlands Letterenfonds. In de krant waren het zijn uitvoerige interviews, beschouwingen en recensies die de aandacht trokken. Daaruit bleek vooral zijn belezenheid. In een aan hem gewijde uitzending van De Wereld draait door bekende hij in zijn leven zeker 3.500 boeken te hebben gelezen.
Zelf schreef hij ruim vijftien boeken, waaronder Lezen etcetera. (2003), Made in Europe (2014), Waanzin in de wereldliteratuur (2015) en Lezen met ALS (2015). In maart 2014 werd Steinz onderscheiden met de Gouden Ereveer omdat hij met zijn publicaties het enthousiasme voor Nederlandse en buitenlandse literatuur aanwakkerde. In hetzelfde jaar werd Steinz uitgeroepen tot EuroNederlander voor zijn bijzondere en constructieve bijdrage aan het Europese debat in Nederland.
Steinz was een belangrijke gids in de wereld van de literatuur. In zijn boeken toonde hij zich een groot liefhebber van overzichten en lijstjes. Het ging hem om de onderliggende verbanden tussen boeken. Pas dan konden we de werkelijke betekenis begrijpen.
De Boekenkrant interviewde Steinz voor het maartnummer van 2015. Het ging onder meer over zijn enthousiasme voor lezen. ‘Boeken maken het mogelijk om je comfortabel te verdiepen in een leven dat niet het jouwe is. Dat is voor lezers én schrijvers aantrekkelijk. Ik put troost uit mijn boekenkast, uit het kijken naar wat ik heb gelezen, nog kan lezen en nooit zal lezen.’
Samen met zijn dochter Jet voltooide hij in 2015 de geactualiseerde versie van de Steinz Gids voor de Wereldliteratuur. Hoewel ALS zich steeds nadrukkelijker manifesteerde, bleef hij stukken schrijven op zijn weblog, op Facebook en in de krant. In de NRC schreef hij in een column openhartig over zijn ziekte. In hem is de boekenwereld een enthousiaste ambassadeur verloren.
Bronnen: NRC-Handelsblad en De Volkskrant.
Foto: Henk Nienhuis
