Recensie: Het mysterie van afdeling C

Nadat de Marokkaanse filmmaker en schrijver Ahmed Bouanani door tuberculose in een ziekenhuis belandde, besloot hij die plek als inspiratiebron voor zijn roman De Kliniek te gebruiken. Het boek verscheen voor het eerst in 1990 en is nu ook in de prachtige Nederlandse vertaling van Hester Tollenaar te lezen.

Door Hugo Jager

Wat er in je omgaat als je weet dat je opgesloten zit, afgezonderd bent van alles en geen kant op kunt, daarover laat Bouanani vanaf de eerste zinnen geen misverstand bestaan: ‘Toen ik door de grote ijzeren poort liep leefde ik waarschijnlijk nog. Dat dacht ik tenminste, want ik rook op mijn huid de geuren van een stad die ik nooit zou weerzien’, laat hij de hoofdpersoon op dit moment van verloren vrijheid verzuchten. Het roept associaties op met een gevangenis. Hij belandt in een blauwe pyjama vol kreukels op bed 17 van afdeling C. Het is afzien, want stijve en pijnlijke ledematen raken verkleumd omdat de verwarming niet werkt. Je blijft gissen naar de precieze aard van de aandoening waarvoor de hoofdpersoon in behandeling is. Ook waar de andere afdelingen A en B zijn en wat daar gebeurt, blijft een mysterie. Aan een uitgebreide beschrijving van de kliniek doet Bouanani namelijk niet. Sterker nog, het is maar de vraag of de kliniek wel bestaat, want op een bepaald moment oppert de hoofdpersoon het idee dat die hele kliniek misschien een ‘optische illusie’ is.
De schrijver speelt zo een vernuftig spel met de lezer. Veel blijft onzeker en wat hij meegeeft blijft met raadsels omgeven. De patiënt, die in een hevige staat van verwarring verkeert, associeert er levendig op los en weet niet precies wat er allemaal met hem gebeurt. In plaats van een concrete voorstelling van zaken, zijn er beschrijvingen van warrige visioenen over bijvoorbeeld een denkbeeldige vrouw met lang gitzwart haar, die zich kan ‘transformeren om ons in haar duivelse vallen te lokken’. Zulke dromen zullen de patiënt vast niet doen aansterken, het lijkt aannemelijker dat hij wegkwijnt in een hels lijden.
Een kliniek of ziekenhuis is trouwens voor veel kunstenaars een thema waaruit ze naar hartenlust kunnen putten. Ik noem De Toverberg van Thomas Mann, waarin Hans Castorp drie weken in een sanatorium in de bergen denkt te verblijven, wat uitloopt tot zeven jaar. Net als in De Kliniek vervelen de bewoners zich te pletter. Terwijl zij zich proberen te vermaken met fotograferen, postzegels verzamelen en chocolade eten, grijpt Hans naar de splinternieuwe grammofoon om te luisteren naar het Schubert-lied Der Lindenbaum. Mann is een weergaloze schrijver, dus het is bij voorbaat een oneerlijke strijd, maar Mann slaagt er beter dan Bouanani in om de lezer mee te sleuren in menselijke handelingen en overwegingen. Toch zorgden de associaties die ik tijdens het lezen van het boek had ervoor dat ik er veel plezier aan beleefde. Je moet alleen wel zin hebben in dat eindeloze spel.

Boekgegevens

Ahmed Bouanani, De kliniek, Vertaling: Hester Tollenaar, Uitgeverij Jurgen Maas, 130 pagina’s (€ 19,95)

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie januari 2021.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven