‘Toen liet mijn vader me de grepen van drie akkoorden zien: het D-, A- en E-akkoord. Met die drie akkoorden, zei mijn vader, en een ritme, kon je ‘Love Me Do’ spelen. Dat deed hij dus ook. En ik zong mee: Love, love me do. You know I love you.’
Ben en zijn beste vriend Tom Samson gaan een band oprichten. Bens vader helpt hem een gitarist te worden, en hij volgt lessen bij een Duitser, die hem enthousiast in de wereld van Keith Richards, Jimi Hendrix en Eric Clapton inwijd. Tom en Ben hebben zelfs een naam verzonnen: ‘The Roll Over Beethovens’, naar het nummer van Chuck Berry.
Alle goede bedoelingen ten spijt komt er van de band niets terecht. Na een psychose door hevig drugsgebruik zit Ben in een kliniek, en is hij gedwongen zich te laten vernederen tot kleinerende regeltjes en bijeenkomsten. Op maandag groepstherapie: ‘In een groep je weekdoelen bespreken. Knikken, veel knikken. Die verdomde doelen, die verdomde groep, de hele tijd dat samenzijn, elk moment van de dag, alles bespreken: je wordt er gek van. En het is pas maandag.’ Op dinsdag persoonlijke training en een themapraatje. Zo is de hele week gevuld met bijeenkomsten en roosters, is alles bepaald door de leiding van de kliniek. Ben zit gevangen in een gebouw en gevangen in schema’s en regels, en hij vreet zich van binnen langzaam op. Als Ben op zijn eerste verlof mag, voor zijn moeders verjaardag, zit hij zo zwaar onder de medicijnen dat hij het hele weekend slaapt.
Ben heeft nog maar twee vrijheden: roken, en zijn gedachtewereld. In die wereld is Tom er nog, daar zijn de goede herinneringen aan drugs, popmuziek en echte vrijheid. Haast obsessief hangt Ben in zijn verleden rond, met zo vaak als het kan een sigaret in zijn mond.
Bens relaas is op indringende en authentieke wijze vormgegeven. Nergens verlaat de auteur het perspectief van een langzaam doordraaiende jongen met het begrensde vocabulaire van een achttienjarige. Door de droge, documenterende manier van vertellen is het verhaal des te indringender. Het irriteert soms (‘nu weten we het wel’), maar het dwingt ook respect af: door de eindeloze herhaling van beurtelings het strakke schema en het gebrek aan vrijheid waaraan Ben onderworpen is, en de herinneringen aan vroeger met een enorme dosis rockmuziek en –artiesten, is Huffs karakterschets van de hoofdpersoon zeer overtuigend. En wellicht moet het verhaal juist irriteren. Want hoe vergaat het iemand die niets meer omhanden heeft, wiens leven wordt gedicteerd door kleinerende regels, en die zich enkel weemoedig kan blindstaren op herinneringen?
Philip Huff, Dagen van gras, Uitgeverij De Bezige Bij, ISBN 9789023454014 (€ 14,90)