Crossing Border festival 2014 – Over parttime ongeluk en afgezaagde benen

De zaterdagavond van het Crossing Border festival in Den Haag was er een vol humoristische, ontroerende en originele uitspraken. De Boekenkrant zette de mooiste voor je op een rij.

1) ‘Ik kon ze natuurlijk niet zomaar met elkaar het bed in laten duiken.’ 
Sarah Waters over haar nieuwe boek De huisgenoten, waarin Frances en Lilian een lesbische verhouding met elkaar aangaan. Het boek speelt in de jaren twintig van de vorige eeuw, en hun relatie moest strikt geheim blijven, niet in de laatste plaats omdat Lilian al getrouwd is.

DSCF6204

2) ‘Tussen mijn achttiende en vijfendertigste was ik parttime ongelukkig.’
Per Petterson over de periode in zijn leven waarin hij wel wist dat hij schrijver wilde zijn, maar nog geen boek had uitgebracht. Hij was ongelukkig, maar omdat zijn kinderen hem toch ook veel blijdschap bezorgden, was het slechts een ‘parttime’ gevoel.

3) ‘Boeken maakten dat ik me beter voelde, of belangrijker dan ik in werkelijkheid was. Die ervaring wilde ik andere mensen ook bezorgen.’
Per Petterson over de reden waarom hij is gaan schrijven.

4) ‘Wanneer ik als kind ’s avonds ging slapen, dan lag ze te lezen in bed. De volgende ochtend zag ik haar weer met een boek in bed liggen. Daarom dacht ik dat ze nooit sliep.’
Per Petterson over zijn moeder, die altijd en overal een boek bij zich had.

image1

5) ‘Af en toe is er toch wat Nederlands het verhaal in gesijpeld. We hebben er dus maar een Vlaamse meelezer bij gehaald.’
Neske Beks over haar roman De Kleenex Kronieken, die zich afspeelt in het Vlaamse Mortsel Den Oude God. De auteur is zelf Vlaams, maar woont al zo’n twintig jaar in Nederland. Dat heeft dus zo zijn sporen nagelaten!

6) ‘Ik haal mijn wasmiddel en pannenkoekenmeel nog altijd in België. Dat is veel lekkerder!’
De in Nederland woonachtige Neske Beks over haar shopgedrag.

DSCF6214

7) ‘Ik heb tot mijn twintigste niet eens drugs gebruikt.’
Ian McEwan over zijn brave levensstijl als adolescent.

8) ‘Je weet dat je oud begint te worden wanneer je veel rechters in je vriendenkring hebt.’
Ian McEwan over zijn vriendenkring, waar maar liefst zes rechters in zitten. In zijn nieuwe roman De kinderwet staat – niet geheel toevallig – ook een rechter centraal. Zij moet beslissen of ze een doodzieke, zeventienjarige Jehovagetuige via de wet moet dwingen een bloedtransfusie te ondergaan, ook al gaat dit tegen zijn geloofsovertuiging in.

9) ‘Het was een prachtige wraak, want ik zag hun ogen glazig worden toen ik over mijn boek begon.’
Ian McEwan over de Jehovagetuigen die bij hem aan de deur kwamen om over het geloof te praten, maar die onaangenaam verrast werden toen de schrijver zelf een heel betoog hield over zijn boek De kinderwet en de rol die Jehovagetuigen daarin spelen.

10) ‘Kom maar langs, beste jongen, dan zagen we een been af en kijken we hoe lang dat duurt.’
Ian McEwan over het antwoord dat hij kreeg van een patholoog-anatoom op de vraag hoe lang het zou duren om iemand in tweeën te zagen, als onderzoek voor een van zijn boeken.

11) ‘Ik lees maar gewoon een verhaaltje voor hoor.’
Remco Campert wuift het grote applaus bij zijn opkomst bescheiden weg, alvorens hij begint aan de prachtige voordracht van Vijfhonderd zilverlingen, een verhaal over een man die zijn kat Camus in een café verkoopt, maar vrijwel meteen spijt krijgt. Helaas is de man die hem gekocht heeft dan al nergens meer te bekennen.

Berichten gemaakt 5309

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven