‘Nederland is een land van meningen’

Naar aanleiding van zijn boek Ik zou zo graag van jullie houden, een bundeling columns die hij gedurende zeven jaar schreef over Nederland voor de Vlaamse krant De Standaard, sprak de Boekenkrant met Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van de NRC. Onlangs koos hij ervoor zijn Belgisch paspoort in te wisselen voor een Nederlands.

Door Isa Altink

Waarom is het soms moeilijk om van de Nederlanders te houden?
‘Al bij het schrijven van de eerste columns stelde ik vast dat ik eigenlijk altijd als slotzin zou kunnen schrijven: “Ik zou zo graag van jullie houden, maar jullie maken het mij soms wel moeilijk.” Enerzijds voel ik mij hier ongelooflijk thuis; ik hou van de mentaliteit van openheid en debatteren. Anderzijds verzandt dat debatteren vaak ook in schreeuwen, bijvoorbeeld in de zwartepietendiscussie. Soms is die “maar” in mijn columns harder uitgepakt dan ik wilde. Misschien behoort dat ook tot de eigenschappen van een columnist, om die “maar” wat uit te vergroten. Bovendien wilde ik de Nederlanders een spiegel voorhouden. Als er al een verdienste is aan het boekje, denk ik dat het dat is. Dat ik met een vrij grote kennis van de Nederlandse samenleving, zonder te veel in clichés te vervallen, zeg: “Ik als buitenstaander bekijk dit debat, ik bekijk hoe jullie je gedragen, hoe jullie over jezelf denken, en ik zeg hierover: ik vind dat soms toch een beetje apart.”’

Het doel is dus meer om die spiegel voor te houden dan zelf een standpunt in te nemen?
‘Ik wil eigenlijk drie dingen doen: soms neem ik een standpunt in, in de ene column scherper dan in de andere, soms hou ik die spiegel voor aan Nederland, en soms leg ik Nederland uit aan de Belgen. Het valt mij op dat Nederland en België met de rug naar elkaar toe leven. Daarom probeer ik op mijn kleine manier – hoewel het ook een geprivilegieerde positie is, een Vlaming die hoofdredacteur mag zijn van de NRC – die brugfunctie te zijn. Door het bundelen van mijn columns ben ik ook verder gaan nadenken over de vraag of ik Nederlander moest worden. Ik schreef over mijn frustratie dat ik niet mag stemmen, en in augustus hakte ik de knoop door: ik word Nederlander.’

 Hoe heeft Nederland jou, in wisselwerking, een spiegel voorgehouden?
‘Nederland heeft mij de afgelopen zeven jaar méér dan een spiegel voorgehouden, het heeft mij veranderd. Ik heb elf jaar leidinggegeven aan De Standaard en dacht: ik weet hoe je een redactie moet leiden. Toen kwam ik naar Nederland en bleek de manier waarop ik leiding meende te moeten geven totaal fout. In België was ik hoofdredacteur, hier zijn er 215 hoofdredacteuren, zeg ik weleens. De groep, en het principe van gelijkheid, zijn veel belangrijker in Nederland. Iedereen heeft evenveel te zeggen, en er moet tegenspraak mogelijk zijn. Ik heb dan ook veel schrammen op mijn gezicht staan uit mijn beginperiode, waarin ik veel te weinig rekening hield met die mentaliteit. Transparantie, debat, het openlijk toegeven van fouten – allemaal aspecten die ik hier heb meegekregen, en waardoor ik hopelijk ook een beter iemand ben geworden. Bij De Standaard dacht ik misschien te veel: “Ik ben de baas, ik heb de waarheid in pacht.” Nou, dat heb ik hier wel afgeleerd. Nu zou ik die tegenspraak missen.’

 Je schreef een kritische column over de reacties op de publicatie van een boek van Abou Jahjah bij de Bezige Bij. Hoe verhoud je je als hoofdredacteur van de NRC tot controversiële stemmen?
‘Je hebt hier een raar fenomeen: vraag je de NRC-lezers in een onderzoek of ze ook meningen willen lezen die niet de hunne zijn, zeggen ze allemaal: “Ja, natuurlijk.” Tót je die publiceert, dan krijg je boze brieven. Terwijl die “afwijkende” meningen meestal wel – want dat is de voorwaarde – goed geformuleerd en onderbouwd zijn. Ik denk dat het belangrijk is om in een krant veel van zulke “slijpsteentjes van de geest” te hebben. Ben je het er niet mee eens, dan kun je je er als lezer wél tegenaan schuren. Die wrijving zorgt voor glans. Ook in België zou er ophef zijn over onpopulaire meningen, maar er is een verschil. In de elf jaar dat ik De Standaard leidde, zijn er ook minder gelukkige dingen gedrukt en incidenten geweest. De reacties die ik daar van lezers op kreeg, waren over het algemeen relatief beschaafd. Waar een Belg eerder zou zeggen: “Kan het niet ook zo zijn dat…”, klinkt het in Nederland meer als “Het is een schande dat…” Nederland is een land van meningen. Soms vermoeiend, maar ik vind het ook mooi. Ik heb er ook veel, denk ik.’

Wat zou je graag zien veranderen in de houding van Nederland tegenover België?
‘Ik zou graag een grotere belangstelling zien voor wat er in België leeft. Ik erger mij aan een land dat van zichzelf vindt dat het breed kijkt naar de rest van de wereld, maar over Vlaanderen heen kijkt. Er gebeuren fantastische dingen, anders dan lekker eten en bier drinken: in de theaterwereld, in de literatuur, op politiek gebied, economisch… Je ziet het aan de shock in dit land, dat de hele krantensector inmiddels is overgenomen door Vlamingen. Waarom was het een shock? Omdat de Nederlanders naar de New York Times keken, en niet zagen wat voor interessante dingen er in Vlaams krantenland gebeurden. Ik zou dus graag willen dat er meer belangstelling is voor elkaar, en dat we minder in clichés over elkaar spreken.’

Boekgegevens

Peter Vandermeersch, Ik zou zo graag van jullie houden, Uitgeverij Prometheus, 288 pagina’s (€ 15,00)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2017.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven