Gisteren kwam mijn moeder langs. Ze vroeg of ik goed
geslapen had en of die dingen die door de kamer liepen
wel genoeg te eten kregen. Ik zei dat het al donker werd,
dat de wind vandaag, koud en fel, uit het oosten kwam,
dat er iemand op de gang stond, dat ze misschien beter
even kon gaan liggen. Maar ze liep de tuin in en verder,
langs de sloot waar eenden snabbelen aan velden kroos,
door het bos en dan het zandpad op, richting zee. Vanaf
het duin zie ik haar staan, pootjebadend in het maanlicht.
Uit: Het huis woont in mij
Boekgegevens
Peter Swanborn, Het huis woont in mij, Uitgeverij Podium, ISBN 978 90 575 9568 4 (€ 16,50)