Ieder jaar op de tweede zaterdag van november wordt de Centrale Bibliotheek Rotterdam tijdens het Lezersfeest omgetoverd tot een heerlijk walhalla voor boekenliefhebbers. Dankzij een rijk gevuld programma was ook de achttiende editie van het evenement een groot succes.
‘Op ieder feest gaat wel iets mis,’ zegt het meisje dat mijn kaartje scant en een foutmelding krijgt. Het feest voor de lezer begint wat stroef, want last minute wordt ontdekt dat de barcodescanners voor de e-tickets niet werken. Het mag de pret niet drukken op een verder prima georganiseerd festival. Ondanks een kleine uitloop komen alle tweeduizend lezers binnen en kan het uitverkochte programma echt van start gaan. Zoals het bij festivals gebruikelijk is, moeten de bezoekers keuzes maken. De hele avond en nacht zijn er op vier verdiepingen activiteiten en als het kon zou ik mezelf opsplitsen om niets te hoeven missen. Verdiept in het programmaboekje stap ik nietsvermoedend de lift in, waar een jonge dichter mij trakteert op een korte voordracht. Dat begint goed: ik ben nog niet binnen of mijn hoofd vult zich al met prachtige zinnen.
Ik stap uit op de tweede verdieping waar schrijver Abdelkader Benali een bijna vier uur durende interviewmarathon houdt met achtereenvolgens Tatiana de Rosnay, Kees van Beijnum, Adriaan van Dis, Sanneke van Hassel en Herman Koch. De Franse schrijfster Tatiana de Rosnay, die met Haar naam was Sara wereldwijd doorbrak, is dé trekpleister van de avond. Het gesprek gaat eerst alle kanten op, om vervolgens te eindigen met haar nieuwste boek Overspel. Iets waarvan Benali opmerkt dat het niet alleen ook de titel is van Paulo Coelho’s nieuwste boek, maar dat het een overkoepelend thema is van alle nieuwe boeken van de schrijvers die hij deze avond spreekt. Vreemdgaan is blijkbaar een geliefd onderwerp. Aan het einde van het interview met De Rosnay staat haar nog een aangename verrassing te wachten: uit handen van adjudant-directeur Gijs Schunselaar van het CPNB krijgt ze een gouden boek uitgereikt voor 250.000 verkochte exemplaren van Die laatste zomer.
Tussen de interviews door verdeel ik mijn aandacht over de vier verdiepingen. Op de begane grond spreekt Dominee Gremdaat zijn apostelen toe en oreert Midas Dekkers over poezen en stront. In het theater zie ik hoe de mannen en dame van Hard Gras de lezers voorzien van mooie sportverhalen en humoristische oneliners.
Op de eerste etage luister ik naar Teun van de Keuken en zie ik Adriaan van Dis die zich ontpopt als een ware stand-up comedian. Op de derde verdieping hemelt debutant Donald Nolet schrijver Tomas Ross op voor zijn hulp en op de vierde verdieping pik ik nog wat wijze adviezen mee van Patrick van Hees over hoe gelukkig te zijn. De tijd vliegt voorbij en na een voedzame verrijking van eetkraam Eetafoor! stap ik om middernacht de theaterzaal binnen, waar Mike Boddé een tien hoofdstuk tellend Middeleeuws verhaal voordraagt dat vol zit met zelfverzonnen woorden en klanken. Om vervolgens een uur later op de dansvloer de avond te eindigen en ver na tweeën moe en voldaan huiswaarts te keren.
Foto’s: Fred Ernst