Kleinejongensheroïek

De negenjarige Milo heeft een oogziekte en ziet de wereld slechts door een ‘kijkgaatje’. Daardoor vallen hem zaken op die anderen volledig ontgaan, zoals in het afschuwelijke verzorgingshuis waar zijn oma woont.

Omdat Milo’s dementerende oma Lou brand in huis heeft veroorzaakt, gaat ze naar een verzorgingshuis. Oma was, naast zijn varkentje Hamlet, Milo’s beste vriendin. Hij vindt het verschrikkelijk dat ze weggaat. Dat verwijt hij zijn moeder, die er – volgens Milo – ook al voor gezorgd heeft dat zijn vader met zijn nieuwe vriendin naar het buitenland is vertrokken. Milo bedenkt een planom oma naar huis te laten terugkeren. Hij wordt daarin gesterkt wanneer hij ontdekt dat de directrice van huize Vergeet me niet de oudjes verwaarloost en mishandelt.

In korte hoofdstukken en eenvoudig taalgebruik beleef je Milo’s heroïsche strijd. Zijn oogziekte is een goed gevonden metafoor, want in het leven van alledag zien we soms belangrijke details over het hoofd. Milo leerde van oma zijn andere zintuigen extra in te zetten. Zo heeft hij al snel door dat de verwarming in het tehuis meestal uit staat, de bewoners in hun bevuilde kleding blijven zitten en dat het eten zo goedkoop mogelijk moet zijn.

Milo’s verhaal wordt afgewisseld met de perspectieven van oma Lou die voelt dat haar tijd er bijna op zit, van moeder Sandy die als gevolg van de scheiding zichzelf en haar zoon dreigt te verwaarlozen, en van de uit Syrië gevluchte Tripi. Hij is illegaal in Engeland en werkt als kok in het verzorgingshuis. Door zijn andere cultuur ervaart hij veel zaken in het tehuis als abnormaal: ‘In Syrië worden oude mensen niet in een verzorgingshuis gestopt. Die wonen thuis bij hun familie, waar ze verhalen vertellen, baklava eten en sterke zwarte koffie drinken uit glaasjes.’ Tripi wordt Milo’s medestander in de ontmaskering van de directrice. Deze drie karakters geven de roman een geloofwaardige lading, waardoor het verhaal ook meer geschikt is voor volwassen lezers.

Wat Milo zag is een onderhoudend verhaal, maar het blijft het verhaal van een negenjarige. Zelfs in de hoofdstuken waar de volwassenen centraal staan, blijft de kinderstem doorklinken, en daar moet je van houden. Gelukkig weet Macgregor wel weg te blijven van een zoete eindscène zoals we die uit het kinderboekengenre kennen. Want al maken volwassenen het leven in de ogen van kinderen soms nodeloos ingewikkeld, we hoeven ook niet te doen alsof het hele leven rozengeur en maneschijn is.

Milo

Boekgegevens

Virginia Macgregor, Wat Milo zag, vertaling: Mireille Vroege, Uitgeverij Boekerij, ISBN 978 90 225 7436 2 (€ 19,99)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie september 2015

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven