Interview: Oek de Jong

Aan het begin van de succesvolle roman Zwarte schuur van Oek de Jong loopt schilder Maris Coppoolse rond op zijn eigen overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. De schrijfkunst van De Jong brengt de grote doeken van Maris tot leven.

‘Maris is een figuratieve schilder met een heel expressief gebaar. Absoluut geen fijnschilder,’ zegt de auteur. ‘Ik ben mijn leven lang al geïnteresseerd in de schilderkunst. Bij het creëren van deze hoofdpersoon heb ik gedacht aan schilders als Francis Bacon, Erik Andriesse en Marlene Dumas.’ De Jong ging in de zomer van 2014 naar de opening van de retrospectieve tentoonstelling van die laatste kunstenaar. ‘De museumdirecteur uit Zwarte schuur is gebaseerd op de toenmalige directeur Beatrix Ruf van het Stedelijk. Zij opende de expositie en het was vast en zeker een verspreking, maar ze zei: “Painting is an old fashioned art.”’ In het boek laat de schrijver Maris daar keihard tegenin gaan. ‘Dat is een hartenkreet van mezelf,’ legt De Jong uit. ‘Er wordt al dertigduizend jaar geschilderd en dat gaat echt niet ophouden omdat we nu installaties en videokunst hebben!’ De betrokkenheid van de auteur, die kunstgeschiedenis studeerde, komt naast zijn boek binnenkort ook tot uiting in een tentoonstelling. Hij werkt samen met Kunstmuseum Den Haag (voorheen Gemeentemuseum) aan een expositie over de Nederlandse Schilderkunst in de periode 1980-2020. ‘We willen een overzicht geven van wat er in die veertig jaar gebeurd is.’
Ook fotografie speelt een rol in Zwarte schuur. Maris’ stiefdochter is namelijk fotografe. ‘In een passage die het boek uiteindelijk niet haalde, zegt zij dat schilderen een langzame kunst is,’ vertelt De Jong. ‘Een schilderij moet je lezen. Je kunt het niet in één keer tot je nemen. Fotografie daarentegen is een snelle kunst. Je neemt een foto in één keer tot je, terwijl er genoeg schilderijen zijn waar je een uur naar kunt kijken. Het licht is steeds anders en je bent zelf in een andere stemming. Een schilderij is voor mij daarom meer een levend ding dan een foto.’

Het dramatische Zeeland
Een deel van Zwarte schuur speelt zich af in Zeeland. De schrijver beziet het Zeeuwse landschap zoals een schilder dat zou doen. Hij benadrukt dat in die provincie het licht steeds anders is. ‘Door het getij verandert de omgeving. Zeearmen veranderen door de lichtval en de weergesteldheid. Prachtig en aantrekkelijk, maar er gaat ook dreiging van de zee uit. Dat is het dramatische landschap van Zeeland.’ Hoewel er veel zijn afgebroken, doemen er nog een aantal traditionele zwart geteerde schuren op. In zo’n schuur pleegde Maris in zijn jeugd een afschuwelijke daad die hem de rest van zijn leven zal blijven achtervolgen. Hij verlaat Zeeland, maar steeds wordt hij met het verleden geconfronteerd.
Zo manifesteren zich in het leven van Maris twee Zeeuwse vrouwen. In een bui van neerslachtigheid ontmoet hij de aan heroïne verslaafde Ilse. ‘Hij gaat voor haar zorgen. Zij dwingt hem om weg te kijken van zichzelf en daardoor kan hij uit zijn depressie komen,’ aldus De Jong. Het lijkt haast een vorm van boetedoening. Dat wordt versterkt doordat Maris in die periode werkt aan schilderijen die geïnspireerd zijn op de altaarstukken van Matthias Grünewald, waarop de kruisiging van Christus magnifiek is vastgelegd. De Jong geeft aan dat hij dit in zijn boek niet expliciet maakt, maar je dit zeker zo kunt zien: ‘Door iemand anders te helpen, helpt hij zichzelf.’ De andere vrouw is Albertina, die hij tijdens een vakantie ontmoet. Inspiratiebron voor dit personage was Mathilde Willink, vrouw van de schilder Carel Willink. ‘Eerst vond ik haar vooral een hele flamboyante dame. In een interview hoorde ik dat ze met een zwaar Zeeuws accent sprak en dat vond ik innemend. Toen ik me verder in haar ging verdiepen raakte ik ervan overtuigd dat ze een hele intelligente en interessante vrouw was. Mathilde is als kind verstoten door haar ouders. Zowel zij als Maris wijken allebei heel sterk af, en voor beiden wortelt dat in hun kindertijd.’

Ogenschijnlijke eenvoud
De jeugd van Maris wordt bruusk verstoord door zijn misdaad. ‘Het was de grootste opgave van het boek om me te verplaatsen in iemand die met zo’n trauma leeft. Ik heb het via de hedendaagse wetenschap benaderd, die ervan uitgaat dat een trauma een onomkeerbare verandering in je hersenen teweegbrengt. Je moet leren leven met verschijnselen als nachtmerries en zweetaanvallen. Daarnaast heb ik me verdiept in mensen die de Holocaust overleefden. Maar uiteindelijk laat ik mij bij het schrijven toch vooral leiden door intuïtie en inlevingsvermogen. Ik moet het voor het grootste deel gewoon uit mezelf halen. Je kunt mijn stijl typeren als ogenschijnlijke eenvoud. Maar dan met veel nadruk op ogenschijnlijk, want ik werk er heel hard aan. Stijlvoorbeelden zitten voor mij altijd in de muziek.’ De Jong trekt een parallel met de muziekstukken van Mozart. Die zijn heel moeilijk te spelen, maar lijken eenvoudig, licht en helder. Daarmee zijn ze voor iedereen toegankelijk, net als Zwarte schuur.

Boekgegevens

Oek de Jong, Zwarte schuur, Uitgeverij Atlas Contact, 496 pagina’s (€ 24,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2019.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven