Interview: Nancy Olthoff

Als speechschrijfster leefde Nancy Olthoff zich in in vele ministers en CEO’s. Voor haar romandebuut De achtbaantester deed ze dat met Herman, een dertigjarige man die erg van knikkeren houdt. Een roman over anders zijn, en toch herkenbaar. Over niet durven, toch doen. Olthoff: ‘Ik lijk meer op Herman dan ik dacht. Ik vind heel veel dingen eng, maar ik doe ze wel.’

Door Mirjam Mulder

Herman van Dusselen heeft een moeilijke jeugd gehad. Hij verloor zijn beide ouders op traumatische wijze en heeft dat nooit kunnen verwerken. Liever sluit hij zich de hele dag op in zijn knikkerkamer, een overzichtelijke, kleurrijke wereld. Tot hij in het plaatselijke pretpark Jeanette de suikerspinnenverkoopster ontmoet en halsoverkop verliefd wordt. Durft hij voor haar eindelijk de achtbaan van het leven in te stappen?
Het idee voor het boek ontstond vrij organisch, vertelt de schrijfster. ‘Op een gegeven moment liep ik ergens en had ik ineens een beeld van een man op een bankje. Hij kijkt naar een achtbaan waar een jongetje in zit dat op het engste punt zijn armen wijd opengooit. En de man dacht: dat wil ik ook, maar ik durf niet.’ Hoe het verhaal verder ging, wist ze toen nog niet. ‘Ik wist alleen dat het over iemand moest gaan die niet echt durft te leven, omdat er van alles gebeurd is in zijn jeugd wat hij niet heeft verwerkt. En dat hij op het eind die achtbaan in moet, hij moet gaan léven.’

Knikkerkamer
Door de sterke schrijfstijl zou je niet meteen denken dat De achtbaantester een debuut is: je hóórt Herman gewoon worstelen met zijn gedachtecirkels. Waar haalt ze dat vandaan? ‘Als ik speeches schrijf,’ begint de schrijfster, ‘heb je meestal tien minuten om mensen mee te krijgen. Het werkt het beste om beeldend en met veel gevoel te vertellen, op een manier die begrijpelijk is voor iedereen. Daarnaast moest ik me altijd inleven in veel verschillende mensen met allemaal een eigen stem en karakter. Je kruipt dan helemaal in hun hoofd. Dat heb ik ook met Herman gedaan.’ 
Door de fleurige verschijning van de schrijfster zou je niet meteen zeggen dat ze eigenlijk vrij veel op de ingetogen hoofdpersoon lijkt. ‘Herman is een vat van onverwerkt verdriet en rouw, en tegelijkertijd is hij heel speels. Zo was ik zelf ook, al heb ik het in het boek natuurlijk uitvergroot. Toen mijn vader was overleden, werd ik de volgende dag alweer naar school gestuurd. Daar werd niet meer over gesproken. Want als we het er niet over hebben, dan is het er niet. Dat heeft me wel tot een enorme doorzetter gemaakt, maar ik stopte ook veel weg. Dat doet Herman ook, met zijn knikkerkamer als toevluchtsoord.’ 
Toch was ze er waakzaam voor om Herman geen karikatuur te maken. ‘Iedereen heeft zijn eigen knikkerkamer, alleen is dat voor anderen misschien sport, Netflix, drank of winkelen. Herman speelt met knikkers om maar niet te veel te hoeven denken. Maar verdriet komt vroeg of laat gewoon omhoog. Je kunt het wel wegduwen, maar dan houd je ook de goede dingen tegen.’ 
In die zin is Herman ook weer heel normaal, en herkenbaar voor veel mensen. De schrijfster heeft dan ook met opzet geen labels als autistisch aan hem gehangen. Olthoff: ‘Hij lijkt wel een beetje anders, maar dat komt doordat hij door zijn traumatische ervaringen is blijven hangen in zijn kindertijd. Als hij met iemand had kunnen praten, had dat veel uitgemaakt. Maar zijn huisarts zei alleen maar: wil je slaapmiddel?’

Durven en doen
Als Herman voor het eerst op date gaat met zijn grote liefde Jeanette, maakt hij zich daar van tevoren een ideale voorstelling van. Maar als de werkelijkheid heel anders gaat, is hij even van slag. ‘Ik vond dat het niet te makkelijk moest worden,’ zegt de auteur. ‘Ook om het gevaar te benadrukken van het fantaseren over een ideale wereld. En dat is dus het lullige: als je meer gaat durven en doen, dan kom je er ook achter dat het echte leven niet alleen maar fantastisch is. Mensen vallen soms tegen, het doet soms pijn, je krijgt liefdesverdriet, er gaan mensen dood. Maar dat hoort er wel bij.’
Met dit boek wil ze mensen dan ook aansporen om hun angsten onder ogen te zien. ‘Herman doet dat ook, stukje bij beetje. Daarom vind ik dat citaat van Einstein ook zo belangrijk: als je altijd doet wat je deed, krijg je wat je altijd kreeg. Als ik was blijven doen wat ik altijd deed, dan had ik nu ergens in een kantoortuin voor een of andere bobo zitten te werken. En nu zit ik hier! Het is veel spannender, minder veilig, minder goed betaald, maar ik ben zo blij dat ik het heb gedaan. Leef, leef!’

Boekgegevens

Nancy Olthoff, De achtbaantester, Uitgeverij Orlando, 204 pagina’s (€ 20,00)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2020. 

Fotocredit: Henriette Guest

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven