Interview Imme Dros en John Rabou: Die Daidalos!

Daidalos kennen we allemaal als de maker van het Labyrint op Kreta waarin de Minotaurus huisde en van de vleugels waarmee zijn eigen zoon Ikaros te dicht bij de zon vloog en zijn noodlot ontmoette. Maar hoe zit het met Daidalos zelf? Met De vlucht van Daidalos geven Imme Dros en John Rabou Daidalos eindelijk zijn eigen mythe, voorzien van prachtige tekeningen die je meenemen naar de wereld van een genie.  

Door Bibianne Oelderik 

Imme Dros

Jullie hebben beiden een voorliefde voor geschiedenis in jullie werk. Hoe is dat zo ontstaan? 
John: ‘Mijn passie voor geschiedenis is gaandeweg tot uiting gekomen in mijn werk. Ik ben veel met geschiedenis bezig gegaan voor educatieve uitgeverijen, dus ik illustreerde veel geschiedenismethodes. Later ben ik ook veel samen gaan werken met archeologische diensten.  

Die voorliefde voor geschiedenis is wel iets wat er altijd al was. In de jaren zeventig kocht ik een boek van Kosmos Amsterdam, Mythen van de mensheid. Ik was toen een student zonder geld, maar dat boek was een van de eerste boeken die ik heb gekocht en ik heb het helemaal stukgelezen. Ik heb het nog steeds maar het hangt helemaal los aan elkaar. Daar is het begonnen en het is nooit meer over gegaan.’  

Imme: ‘Ik hield van schrijven en ik hield van woorden en de klank van woorden. Als je het bijvoorbeeld over de zee hebt, is er van Homerus een regel die me heel erg doet denken aan het strand, je lijkt de branding te horen opkomen en wegrollen. De klanken geven de inhoud van de woorden weer. Dat vind ik iets moois, als je dat met taal kunt. En zo kwam ik bij Homerus terecht.’  

John, het idee om een verhaal over Daidalos te schrijven en illustreren kwam van jou. Waarom wilde je dit juist met Imme doen? 
John: ‘In 2017 heb ik met Ingrid Biesheuvel het boek Wonderwezens geschreven en daarvoor heeft Imme toen een heel mooi voorwoord geschreven. We hebben toen met de redacteur van Athenaeum besproken wie we daarvoor konden vragen en hij zei dat Imme dat misschien wel kon, want Imme is natuurlijk helemaal ingevoerd in de Griekse mythologie. En dat is dus de reden dat wij aan Imme dachten voor dit verhaal, omdat ze zo’n mooi voorwoord had geschreven.’  

Imme, jij werkt over het algemeen met jouw man, Harrie. Hoe was het om deze keer met John te werken? 
Imme: ‘Bij samenwerken geldt, dat ieder zijn eigen vak heeft. Dat is zo bij John en mij en dat is ook zo bij Harrie en mij. Harrie en John maken de tekeningen en alleen als zij iets maken wat niet in de tekst staat, zal ik zeggen dat het niet klopt. Een heel enkele keer heb ik het omgedraaid, ik geloof dat het ging om een servies dat wit was met blauwe bloemetjes en Harrie had het andersom getekend. Het zou zoveel werk zijn geweest om het opnieuw te tekenen dat ik de tekst maar veranderde. Maar als ik een personage heb met blond haar en hij maakt het rood of zwart, dan zeg ik wel dat het niet klopt. Maar verder is alles wat Harrie (of John) doet zijn werk en zijn keuze. Ik heb wel een boek geschreven, dat heet Van twee ridders, waarvan ik wilde dat Harrie het illustreerde op de manier van het tapijt van Bayeux. Dat mocht hij verder helemaal op zijn eigen manier doen, als het maar was zoals dat tapijt.’  

John: ‘Je kent de uitdrukking een praatje bij een plaatje denk ik wel. Dat gebeurt heel vaak, er worden veel plaatjes bij praatjes gemaakt, waarbij je in het plaatje vaak al ziet wat er in de tekst staat. Maar het wordt juist interessant om het een eigen leven mee te geven, dus dat het elkaar aanvult of commentaar geeft op elkaar. Dat vind ik altijd interessant in een illustratie. Het plaatje moet de tekst echt een meerwaarde geven.’ 

Imme: ‘Verder werkt Harrie heel snel, dat komt door zijn werk als animator. Bij John was dat een veel langer proces. Ik heb de tekst namelijk al in 2018 geschreven, en het boek komt nu pas uit. Ik vond het allemaal ook wel lang duren, dus op een gegeven moment heb ik John opgebeld om te zeggen dat hij moest opschieten, omdat ik wilde dat het boek gepubliceerd zou worden voor mijn dood! 

John: Ja dat weet ik nog wel! Kort daarna liep ik op het strand en ineens stroomden de ideeën binnen. Toen ging alles een stuk sneller.’  

Ik kende Daidalos altijd als een bijpersoon en had het idee dat hij uit beeld verdween na de val van Ikaros. Heb jij het verhaal in De vlucht van Daidalos er zelf bij bedacht, Imme? 
Imme: ‘Ik heb een geweldig boek, Classical Mythology. Dit is altijd mijn lijfwerk geweest. Als je in het boek een naam zoekt, krijg je een hele lijst met werken waarin die naam voorkomt. Als je op Daidalos zoekt, zie je dan dat hij ook nog op Sicilië dingen heeft uitgevonden na Ikaros.’  

John: ‘Dat maakt het verhaal ook zo bijzonder, want eigenlijk is Daidalos altijd een beetje een ondergeschoven kindje geweest in die hele verhalencyclus. Er is nooit heel veel nadruk gelegd op zijn rol, het waren vooral Theseus, de minotauros en Ikaros waar het om ging. Daarom vond ik Daidalos juist een keer een leuk onderwerp.’  

Imme: ‘De titel was in eerste instantie overigens ook anders. Eigenlijk was mijn titel Die Daidalos, daar eindigt het boek ook mee, want als de mensen hem zien op straat zeggen ze “Daar heb je die Daidalos”. Maar goed, dat vond de uitgever niet goed en hij bedacht toen “De reis van Daidalos”. Dat vond ik niet leuk. Bij een reis stap je met je koffertje in de trein en ga je lekker zitten met je kopje koffie. Toen heb ik bedacht om er dan “De vlucht van Daidalos” van te maken, want hij vlucht en hij vliegt, dan is het mooi dubbel.’ 

Imme Dros, De vlucht van Daidalos, illustraties: John Rabou, Uitgeverij De Vier Windstreken, 52 pagina's (€ 16,99) 

Dit interview verscheen eerder in de BKGeschiedenis, editie maart 2022.

Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven