Interview: David Nicholls

Een hete zomer, twee gedoemde geliefden en het einde van een tijdperk. In Eerste liefde doet bestsellerauteur David Nicholls waar hij goed in is en weet hij toch te verrassen. Het verhaal van de zestienjarige loner Charlie Lewis is even herkenbaar als rauw. Nicholls: ‘Zestien zijn is ondraaglijk.’

Door Mirjam Mulder

Charlies leven ligt helemaal in de knoop. Zijn moeder heeft hem kortgeleden achtergelaten bij zijn depressieve vader en nu heeft hij ook nog eens zijn eindexamens verknald. Terwijl zijn vrienden zich op hun toekomst voorbereiden, zwerft Charlie alleen door de stad. Dan rent de intrigerende Fran Fisher letterlijk zijn leven binnen. Om haar te blijven zien, moet hij een groot offer brengen: deelnemen aan het ‘Gezelschap’, een toneelgroep die Romeo & Julia gaat opvoeren. Tijdens die zomer vol kostuums, drama en schaamte, leert hij hoe geweldig een eerste liefde kan zijn, en hoe pijnlijk zijn ondergang.

Stuntelen
Tien jaar na het wereldwijde succes van De eerste dag, over twintigers Emma en Dexter, bewijst Nicholls nogmaals dat hij als geen ander de ongemakken van een prille liefde kan beschrijven. Met zijn vorige roman Wij maakte hij even een uitstapje naar een middelbaar echtpaar, maar zijn talenten lijken het best tot hun recht te komen als hij zich in de jeugd inleeft. In Eerste liefde neemt hij ons mee in het hoofd van de zestienjarige Charlie, waar cynisme en onzekerheden hoogtij vieren.
Dat is misschien wel wat Nicholls proza zo onweerstaanbaar maakt: iedereen kan zich in zijn personages herkennen. Ze maken fouten en onhandige opmerkingen, net als wij. ‘Iemand vroeg me een keer: “Waarom schrijf je nooit over een held? Iemand die zelfverzekerd, knap en succesvol is?”’ vertelt Nicholls. ‘Ik zou niet weten wat daarover te schrijven valt. Niemand voelt zich toch zo? We hebben allemaal onzekerheden en gebreken die we niet van ons af kunnen schudden. Ik denk dat dat mijn boeken typeert: alle personages willen zichzelf beteren. Dat lijkt mij veel realistischer dan het hele concept van een held.’
Anders dan je misschien zou verwachten, zijn veel van de lezers van Eerste liefde veertigers en vijftigers. Dat komt, denkt de auteur, doordat de overgang van puberteit naar het volwassen leven een periode is die bij iedereen diepe sporen achterlaat. Zelf kan hij het zich nog heel levendig voor de geest halen. ‘Deels omdat ik nu vader ben, en deels omdat ik nu besef hoe belangrijk die tijd was. Die sprong van school naar de universiteit, de mensen die ik daar ontmoette, de manier waarop we allemaal ons gedrag veranderden en volwassenheid als een jas probeerden aan te trekken.’
Eerste liefde is dan ook in eerste plaats een coming-of-age-roman. In slechts één zomer krijgt Charlie een hele andere blik op zijn leven en zichzelf, en dat is een pijnlijke verandering. Nicholls: ‘Wanneer Charlie van school gaat, denkt hij dat hij voor altijd dezelfde vrienden zal houden, nooit met zijn ouders overweg zal kunnen, altijd boos zal blijven. Hij heeft geen idee wat zijn toekomst zal brengen. Eén van de belangrijkste zinnen uit het boek is: “De grootste leugen die de ouderdom over de jeugd vertelt, is dat die vrij van zorgen en angst is.” Maar dat is helemaal niet zo, jong zijn is juist heel beangstigend.’

Het Shakespeare-effect
Hoewel Nicholls schrijfstijl altijd heerlijk humoristisch is, kunnen de onderliggende thema’s heel zwaar zijn. Naast Charlies stuntelige avances naar Fran, zit het meeste drama in zijn relatie met zijn vader en moeder. De hoofdpersoon komt tot de pijnlijke realisatie dat zijn ouders geen autoriteiten zijn en net zoveel gebreken hebben als ieder ander. ‘Dat is een heel essentieel moment in ons leven. Door dat besef word je als tiener heel kritisch en argwanend tegenover je ouders. Soms op een manier die, als je erop terugkijkt, best wel harteloos kan zijn. Daar gaat fictie over tieners vaak over, zoals The Catcher in the Rye. Het plotselinge besef dat de wereld waarin je leeft verre van perfect is.’
Wat deze roman onderscheidt van bijvoorbeeld De eerste dag, is dat de verteller als dertiger terugblikt op zijn tienerjaren. Zo kan Charlie met nuchtere, cynische opmerkingen reflecteren op zijn eigen gevoelens. ‘Ik heb altijd al een boek willen schrijven over het opvoeren van een toneelstuk,’ vertelt de auteur, die zelf een blauwe maandag toneel heeft gespeeld. ‘Maar wel zonder dat het pretentieus of irritant leek. Daarom leek het me interessant om het perspectief van een buitenstaander te nemen, iemand die terugkijkt met een zekere wijsheid.’
Het beroemde verhaal over de gedoemde geliefden van Shakespeare, waar Charlie in het begin zo’n hekel aan heeft, loopt als een rode draad door het boek. Toch heeft het een groot effect op hem. ‘Het is haast alsof je op die leeftijd sterker reageerde op boeken en muziek. Het voelde alsof ze je leven konden veranderen.’ Dat gevoel wilde Nicholls overbrengen, juist vanuit het perspectief van iemand die niets om kunst geeft. ‘Die zomer verandert Charlies leven, niet op een sentimentele manier – hij wordt niet halsoverkop verliefd op Shakespeare – maar op een subtiele manier: het verbreedt zijn horizon. Het is een gezonde, verrijkende ervaring, ook al is het niet altijd even leuk.’

Boekgegevens

David Nicholls, Eerste liefde, vertaling: Carolien Metaal, Uitgeverij Boekerij, 416 pagina’s (€ 19,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie augustus 2019.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven