Interview: Bodil de la Parra

In het theaterstuk Het verbrande huis bracht actrice en scenarioschrijfster Bodil de la Parra een ode aan haar familie en het land Suriname. Haar redacteur drong aan ook een boek te schrijven over hetzelfde onderwerp. En dat kwam er. Het is een verdieping van de voorstelling geworden waarin dezelfde betoverende én beladen thema’s aan bod komen.

Door Hugo Jager

‘Eerlijk gezegd was ik in blinde paniek,’ zegt De la Parra over het moment waarop ze aan de familiegeschiedenis begon. Hoewel ze al een tijd als actrice en toneelschrijfster aan de weg timmerde, wilde haar redacteur juist graag dat ze een boek ging schrijven. ‘Je zoekt naar woorden die je in het theater niet nodig hebt. Ik kon niet zoals ik als actrice gewend was veel uitbeelden, maar moest alles beschrijven. Hoe omschrijf je bijvoorbeeld dat iets lekker ruikt? Voor mij was dat nieuw, hoewel ik het wel ontzettend leuk vond om te doen.’
In Het verbrande huis buigt ze zich over Suriname, het land waar haar vader opgroeide. Ze kwam er vaak, want het gezin bezocht Paramaribo bijna elke zomer. ‘In de Amsterdamse wijk Osdorp werd ik soms “die bruine” genoemd, terwijl ik er in Suriname ook niet helemaal bij hoorde.’ Door haar familie werd ze wel altijd geaccepteerd. ‘Ik leerde me een zwaar Surinaams accent aan, maar toen een leeftijdsgenootje opmerkte dat ik niet van daar was, werd ik me ineens ontzettend bewust van mijn witte huid.’

Familiehuis
Als De la Parra in Suriname kwam, verbleef ze in het huis van haar familie in Paramaribo. Acht jaar geleden brandde dat houten pand helemaal af. De geschiedenis was in rook opgegaan. ‘Voor mij als kunstenaar was er ineens een noodzaak om alles op te schrijven. Ik wilde de herinneringen bewaren. Bovendien is het de band met mijn tantes en neven, die ik in deze familiegeschiedenis voelbaar wilde maken. Ik had eigenlijk niet gedacht dat ik op die manier mijn eigen jeugd weer zo zou herbeleven.’ Als ze met dit boek iets wil aantonen, dan is het wel dat familiebanden universeel zijn. ‘Ik zou willen dat mensen het lezen en denken dat de warme familieband die ik omschrijf niet heel anders is dan de manier waarop de lezers zelf met hun familie omgaan.’
Net zoals ze dat in al haar theaterstukken als vanzelf doet, wisselt de schrijver ook in dit boek het luchtige van de jeugdherinneringen af met serieuzere thema’s. ‘Suriname kan een vreemd en grillig land zijn. Bijvoorbeeld waar het gaat om Desi Bouterse. Dat hij ondanks zijn betrokkenheid bij de decembermoorden president kon worden is onbegrijpelijk. Voor mijn familie was dat zó erg.’ Ook het slavernijverleden van haar familie komt als een beladen onderwerp terug in het boek.
Haar verre voorouders waren Sefardische Joden die vanuit Portugal naar Suriname vluchtten om hun geloof te kunnen belijden. Zij stichtten de zogenaamde Jodensavanne, werden suikerplanters en hadden dus ook tot slaaf gemaakten. ‘Ik vond het heftig om dat te ontdekken. Ik vroeg me af hoe het kon dat zij als vluchtelingen later zelf mensen tot slaaf maakten. In Het verbrande huis wilde ik laten zien hoe complex het is. Hoe meer je weet van elkaars geschiedenis, hoe meer begrip je kunt opbrengen voor de ander.’

Slavernijverleden
Als het aan de auteur ligt, mag de Nederlandse regering best excuses maken voor het slavernijverleden. ‘Dat zou zeker helpen. Het is een hele tijd geleden, maar waarom niet? De bewustwording dat er zoveel geld aan is verdiend is belangrijk. Sorry zeggen kan tenslotte altijd, ook al ben je er zelf niet verantwoordelijk voor.’ Dat er met de Black Lives Matter-beweging nu meer aandacht is voor het onrecht vindt ze zeer terecht. ‘Er is in ieder geval een grote dialoog gaande, die ik heel belangrijk vind. Ook wel heftig zo nu en dan, maar dat moet eigenlijk wel om wereldwijd iets teweeg te brengen. Ik hoop echt dat het allemaal beklijft.’
Het brengt De la Parra op een mogelijk vervolgproject. ‘Het gegeven dat ik met een afstammeling van een tot slaaf gemaakte in gesprek ga, oefent een zekere aantrekkingskracht op me uit. Ik ben echter geen researcher, maar heb wel veel fantasie: ik heb eigenlijk maar een kleine anekdote nodig om een verhaal te kunnen vertellen.’
‘Vind je dat ik door moet gaan met boeken schrijven?’ vraagt de schrijfster me aan het eind van het interview. Na het lezen van Het verbrande huis, een familiegeschiedenis die je aan het denken zet over de Surinamers en hun cultuur, steek ik mijn mening niet onder stoelen of banken: ‘Ja!’

Boekgegevens

Bodil de la Parra, Het verbrande huis. Een Surinaamse familiegeschiedenis, Uitgeverij Lebowski, 237 pagina’s (€ 22,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie augustus 2020.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven