Het Gala van het Stripboek

Afgelopen zaterdag vond het eerste Gala van het Stripboek plaats. Organisator Caroline van der Lee doet verslag. 

“Deze avond staat de stripmaker centraal. Uitgevers, stripjournalisten, agenten en andere randverschijnselen zijn maar heel beperkt toegelaten.” Met deze woorden verwelkomde Maartje de Haan, directeur van het Meermanno Museum een bont gezelschap van striptekenaars, scenarioschrijvers en een enkele inkleurder op het eerste Gala van het Stripboek, dat op zaterdag 25 januari jongstleden in haar museum werd gehouden.

Stripmakers verdienen het om eens in het zonnetje te worden gezet. Zij zijn kunstenaars en leveren een bijdragen aan de cultuur, zo luidde de boodschap van Maartje de Haan.
Dat er in Nederland voor ongeveer alles een gala is, behalve voor de strip, was een leegte die hoognodig moest worden opgevuld.
Het feest bleek goed besteed aan strip makend Nederland. De genodigden hadden er duidelijk werk van gemaakt om zich op hun best te presenteren; velen hadden de moeite genomen zich in pak of galajurk te steken. Eric Heuvel, de tekenaar van onder andere Januari Jones en De ontdekking, was zelfs in rokkostuum gekomen. En de flamboyante Natasja van Loon had haar prachtige satijnen avondjurk uit de kast gehaald.
Net als bij het Boekenbal was er vooraf gedoe om de uitnodigingen. De beschikbare ruimte stond slechts zo’n 150 feestgangers toe, dus er moest een schifting worden gemaakt. Wie geen uitnodiging had ontvangen voelde zich toch een beetje teleurgesteld.

Prijzen
Omdat een gala geen gala is als er geen prijzen worden uitgedeeld, startte de avond met een prijzenronde. Dat de Marten Toonderprijs ten prooi is gevallen aan de bezuinigingsdrift in cultureel Nederland, is volgens de organisatie van het gala een schande en zij hoopt met de nieuwe prijzen iets daarvan goed te maken.
Zoals met de Rob van Eijckprijs, een nieuwe tweejaarlijkse prijs voor iemand die zich heeft ingezet voor de promotie van de strip. De Stripjournalist Rob van Eijck naar wie deze prijs is genoemd, mocht hem ook als eerste in ontvangst nemen. Van Eijck stond aan de wieg van de stripjournalistiek in Nederland. Als één van de eerste schreef hij op een serieuze en journalistieke toon over strips als kunst- en cultuuruiting en heeft daarmee min of meer een standaard gezet.
Marissa Delbressine kreeg de prijs voor Aanstormend striptalent. Zij was al enige jaren actief in de manga- en animatiewereld en had daar inmiddels haar sporen mee verdiend. Het afgelopen jaar verraste zij echter vriend en vijand met de klassieke avonturenstrip Ward op scenario van ‘oude rot’ Willem Ritstier. Kenmerken die typerend zijn voor haar mangawerk weet zij in te brengen in haar avonturenstrip, zoals: het moeiteloos in elkaar overlopen van fantasie en werkelijkheid, onverwachte plotwendingen, de filmische cameravoering en de gelaagdheid van haar hoofdpersonen. Het is dit zoeken naar nieuwe wegen en verbinding tussen stromingen dat het werk van Delbressine zo verfrissend maakt. Tel hierbij op dat zij ook heel actief is op het organisatorisch gebied in de stripwereld, – zij was één van de drijvende krachten achter de nieuwe stripkrant Strips2Go -, en het is duidelijk dat we hier te maken hebben met een veelbelovende jonge stripmaker, waarvan we veel te verwachten hebben.

Stripboekenbal05B3466

Marissa Delbressine neemt haar prijs in ontvangst

Matena
Het gala stond een beetje in het teken van de grote tekenaar Dick Matena, die werd geëerd met de titel ‘Levend Erfgoeddrager’, een titel die afkomstig is uit Japan. Matena staat al meer dat vijf decennia garant voor onvervalst vakmanschap. Als zeventienjarige jongen begonnen onder de vleugels van Marten Toonder en zijn studio, wist hij gaandeweg meer en meer een stempel te drukken op de moderne strip in Nederland. Zijn oeuvre is omvangrijk en veelzijdig. Tijdens de gloriedagen van het stripblad Pep tekende hij op scenario van Lo Hartog van Banda onder meer De Argonautjes en Grote Pyr. Vanaf de tweede helft van de jaren zeventig ging hij voor een volwassener publiek tekenen met  strips als Amen en De Prediker. Dit werk legde hem geen windeieren en bracht hem over de grenzen. Matena was vervolgens één van de eerste in Nederland die grote literaire werken ging verstrippen (onder andere De Avonden van Gerard Reve en Kort Amerikaans van Jan Wolkers) en heeft daarmee de link gelegd van strip naar literatuur.
Matena is een stripmaker die continu zijn grenzen verlegd zonder de kwaliteit uit het oog te verliezen. Hij heeft nieuwe wegen gezocht en met succes cross overs gemaakt met andere kunstvormen. In zijn dankwoord gaf Matena aan dat hij een beetje verbaasd was over de term ‘Levend Erfgoeddrager’, maar desondanks vereerd te zijn met deze prijs. Over zijn veelgeroemde veelzijdigheid, zei hij, dat hij dit toch vooral een kwestie van handigheid was.
Seb van der Kaaden van uitgeverij Personalia had nog een verrassing: 100 pagina’s Dick, een fraai overzichtswerk van de strips van Dick Matena.

Verboden
Na het officiële gedeelte was er tijd drank en hapjes.  Coryfeeën als Daan Jippes (Havank, Donald Duck, Robbedoes), Hanco Kolk (s1ngle, Gilles de Geus), Martin Lodewijk (Agent 327) mengden zich met jongere talenten, waaronder Aimée de Jongh (Snippers) en Daniel van den Broek (Juttertje, Viktor en Frenky).
Op muziek van de uitstekende soulband Soular kon worden gedanst waar gretig gebruik van werd gemaakt. In twee andere ruimtes werd flink gebabbeld door de meestal zo  introverte leden van het tekenaarsgilde. Slechts één ding was de tekenaars ten striktste verboden: ‘tekenen’. Want dit gala was hun feest en op je feestje hoe je niet te werken.
Om middernacht was het gala voorbij, maar volgend jaar volgt zeker een vervolg.

De tentoonstelling Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal is nog t/m 2 maart 2014 te zien in Museum Meermanno. Klik hier voor meer informatie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven