Dromen van de hoogte

In De gevleugelde vertelt Arthur Japin het levensverhaal van Alberto Santos-Dumont, een Braziliaanse vliegpionier met een constante drang naar de hemel boven hem. Thuis zat hij met zijn gasten zelfs aan een tafel van twee meter hoog – met bijpassende stoelen.

Japin vond dit gegeven intrigerend. ‘De wens om te vliegen bestaat al vanaf de mythe van Icarus en zijn vader, maar van iemand die zo graag de hoogte in wil had ik nog niet eerder gehoord.’ De schrijver ontvangt me aan een keukentafel met doodnormale afmetingen, in het prachtige huis dat hij deelt met zijn twee partners. In dezelfde ruimte staat een torenhoge vitrinekast – vroeger eigendom van een sigarenwinkel – gevuld met boeken, fotolijstjes en antieke voorwerpen. Japin opent de kast en laat me een tekening zien die ooit gemaakt werd door de echte Kwame, een van de hoofdfiguren uit zijn historische roman De zwarte met het witte hart. Even later vertelt hij over de speciale band die hij heeft met zijn personages, die voor het leven bij hem blijven. ‘Ze zijn niet allemaal even sterk aanwezig, maar ik vraag me bijvoorbeeld weleens af wat Kwame en zijn broer Kwasi van bepaalde dingen zouden vinden. Maar hoe De gevleugelde bij me zal blijven? Dat weet ik nog niet.’

De gevleugelde in kwestie is Alberto Santos-Dumont, die aan het begin van de twintigste eeuw de eerste bestuurbare luchtballon ter wereld produceerde en als eerste vloog in een voertuig dat zwaarder was dan lucht. Dankzij zijn spectaculaire uitvindingen werd hij een internationale beroemdheid. Vandaag is Santos-Dumont nog steeds een held in Brazilië, maar in de rest van de wereld doet zijn naam weinig belletjes rinkelen. ‘Toen de gebroeders Wright met de eer gingen strijken werd hij vergeten,’ aldus Japin. ‘Al vond hij het misschien wel best dat een ander de schuld kreeg vanhet vliegen.’
Tijdens de Grote Oorlog zag Santos-Dumont hoe zijn uitvindingen voor gewelddadige doeleinden werden gebruikt. ‘Hij vond het heel erg dat hij daaraan meegewerkt had,’ zegt Japin. ‘Toen hij terugkeerde naar Brazilië was hij bovendien getuige van een verschrikkelijk ongeluk met een luchtballon en een bombardement. Dat was een enorme klap voor hem. Uiteindelijk pleegde hij zelfmoord.’

De roem die Santos-Dumont tijdens zijn leven verwierf moet ook niet makkelijk voor hem zijn geweest. De pers liep weg met zijn authentieke persoonlijkheid, maar maakte ook vaak snerende opmerkingen over zijn vermeende homoseksuele geaardheid. Hij werd zelden gezien met vrouwen, en zou een relatie hebben met zijn assistent Albert Chapin. Dat hij in het openbaar vaak gezien werd met brei- enhaakwerkjes droeg alleen maar bij aan die beeldvorming. Japin: ‘In mijn verhaal legt Santos-Dumont uit dat hij het vooral erg vindt dat Albert dat soort dingen leest. Dat heb ik ook als er over mij en mijn partners geschreven wordt: voor mezelf vind ik het niet erg, maar voor hen wel. Maar goed, je wordt altijd geconfronteerd met mensen die op een bepaalde manier naar je kijken. Daar kun je je niet mee bezig houden. Dan kom je nooit van de grond.’

En laat dat nu juist de kern zijn van Santos-Dumonts onwaarschijnlijke reis van droom naar vlucht in een tijd dat vliegen slechts sciencefiction was. In zijn roman benadrukt Japin de absurditeit van die weg door Santos-Dumont te vergelijken met de persoon die als eerste het proces van koffieplant naar koffie doorliep. ‘In je hoofd alle stappen uitdenken die nodig zijn om een kop koffie te kunnen maken,’ schrijft hij, ‘daar komt krankzinnigheid bij kijken.’
Als ik het werk van een schrijver vergelijk met dat van de koffiepionier uit deze analogie, moet Japin lachen. ‘Ikzelf ben eigenlijk een hele rare boon! Het idee dat ik zou gaan schrijven lag niet voor de hand. Mijn vader was schrijver en was er zo ongelukkig van geworden. Ik wilde dat niet, maar ik wilde me wel kenbaar maken.’
Japin wijdde zich vervolgens aan toneel, dansen, zingen en componeren. ‘Het waren allemaal manieren om te laten zien wat ik voelde. En dat lukte niet, totdat ik het verhaal van De zwarte met het witte hart vond.’
Toch denkt hij dat hij alles wat hij deed nodig had om bij het auteurschap uit te komen. ‘Al die stappen komen me ontzettend van pas tijdens het schrijven. Trouwens, als je van de boon die ik was op mijn twintigste koffie had gezet, dan was het niks geworden.’

En wat nu als we de verhalen van Japin als koffie zien? Zit daar weleens een mislukt kopje tussen? ‘Ik heb veel boontjes liggen waar nog geen water op gegoten is,’ antwoordt hij. Mijn onderwerpen zijn een soort paarden die een race rijden. Het is nooit helemaal duidelijk wie als eerste over de finish komt.’

Al die onderwerpen en personages zijn voor Japin met elkaar verbonden – en met hemzelf. ‘Dat komt omdat ze duidelijk maken hoe het is om in een isolement te leven. Ik lok mijn lezers binnen met een lekker decor, een mooie tijd en grappige mensen. Eenmaal binnen ontdek je wat het met je doet als je uitgescholden wordt om je huidskleur, of omdat je klein bent.’ De vliegende Braziliaan lijkt in ieder geval een plekje veroverd te hebben in Japins hart. Grote kans dat ook dit personage lang bij hem blijft. ‘Ik heb ontzettend veel zin in het verschijnen van dit boek,’ benadrukt de schrijver. ‘Meer dan in de laatste paar, gek genoeg. De gevleugelde is me erg dierbaar.’

Beeld: Corbino

Gevleugelde

Boekgegevens

Arthur Japin, De gevleugelde, Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN 978 90 295 3896 1 (€ 21,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2015

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven