‘Donald Duck is een en al satire op de maatschappij’

De Donald Duck viert deze maand een groot jubileum: al 65 jaar ligt het blad wekelijks bij veel Nederlanders op de mat. Wij spraken hoofdredacteur Joan Lommen over dit verjaardagsfeestje en de gestage productie van de strip. ‘Ik werk hier al vijfendertig jaar, maar ik begrijp eigenlijk nog steeds niet hoe we het elke week doen.’

Zo’n 65-jarig jubileum is een grote prestatie voor een weekblad. Hoe verklaar je het succes van de Donald Duck?
‘Ik zeg altijd: als we dat helemaal wisten waren we rijk. Maar eigenlijk denk ik dat het komt doordat het een tijdloze strip is. Het gaat over een eend in een matrozenpak, als het over een man in een spijkerbroek ging dan zou hij lijden onder modegevoeligheid. Doordat Donald Duck zo’n iconisch figuur is, is hij niet aan slijtage onderhevig. Maar de belangrijkste reden is dat de strip over de gewone man gaat en dat iedereen zich daarin herkent.’

Donald Duck is van oorsprong een Amerikaans blad. Hoe heeft het toch zo’n Nederlandse signatuur kunnen krijgen?
‘Het is begonnen met de Amerikaanse strips van Carl Barks. Dat is de striptekenaar die Duckstad heeft bedacht; daarvoor trad Donald Duck alleen maar in tekenfilms op. Hij heeft ook Willie Wortel en Oom Dagobert uitgevonden. In het begin werden zijn strips in het Nederlands vertaald, maar in 1963 hield die toestroom op en toen zijn we zelf verhalen gaan produceren in de stijl van Barks. Het is nog steeds zo dat Nederland en Denemarken de grootste producenten zijn van verhalen in die stijl. En dat betekent dat ongeveer zeventig procent van de verhalen die je nu in de Donald Duck leest in Nederland zijn gemaakt.’

Is er door de jaren heen veel aangepast aan het blad?
‘Eigenlijk zijn er geen grote veranderingen geweest. Heel veel verhalen van vijfenzestig jaar geleden zou je zo weer kunnen gebruiken, omdat ze zo tijdloos zijn. Er zijn wel een aantal strips die echt niet meer kunnen. Vroeger werden Afrikanen afgebeeld in strooien rokjes, of was er sprake van inboorlingen. Die verhalen gebruiken we niet meer. Maar het hele familiegebeuren van Donald en Dagobert, dat is nog steeds net zo actueel als vijfenzestig jaar geleden. En dat Donald Duck een gewone, middle class man is, van 12 ambachten en 13 ongelukken, dat past ook in deze tijd.’

Maar er zijn de laatste jaren ook veel moderniseringen geweest: Donald Duck gebruikt nu een ‘Ei-pad’ en verkoopt zijn spullen op ‘Kwarkplaats’…
‘We gaan ook wel met de tijd mee, anders begrijpen kinderen het niet meer. Een telefoon die aan de muur hangt, dat kennen zij niet, want we zijn inmiddels vele generaties telefoons verder. Kinderen weten amper wat een langspeelplaat is. Dus dat moet je updaten.’

Proberen jullie met de verhalen ook kritiek te geven of kinderen een les te leren?
‘Een les brengen we er niet met opzet in. Maar Donald Duck is natuurlijk een en al satire op de moderne maatschappij en op het kapitalisme. Oom Dagobert is een kapitalist en een grote graaier, maar heeft uiteindelijk ook een klein hartje. Als het erop aankomt gaat zijn familie voor. Maar of je dat een les wilt noemen… Het gaat er meer om dat Dagobert in character blijft, dan dat we een vingertje willen opheffen.’

Hoe is het redactieproces bij het maken van een nieuw nummer?
‘Dat is natuurlijk een ongelofelijke trein. Ik werk hier al vijfendertig jaar, maar ik begrijp eigenlijk nog steeds niet hoe we het doen. Het blad komt elke week uit, maar het maken ervan kost veel meer tijd. Onze productietijd is ongeveer twee maanden, er vanuit gaande dat de verhalen al getekend zijn. Op het moment dat een verhaal klaar is en in de la ligt, dan pas gaan we het nummer maken en samenstellen. Dan kijken we naar de teksten, gaan we letteren en worden de tekeningen ingekleurd.
‘De aankoop van verhalen is eigenlijk een constante stroom die doorgaat. Freelancers van buiten de deur sturen een scenario op en als we het leuk vinden, kopen we het en wordt het getekend. Er staan dus vooral recente verhalen in het weekblad. Alleen in albums worden nog wel veel oudere verhalen gebruikt.’

Was het altijd al je droom om bij de Donald Duck te werken?
‘Eigenlijk kun je daarvan niet dromen als kind, want je weet helemaal niet dat je bij zo’n blad zou kunnen werken. Toen ik de Libelle zag wist ik wel dat ik daar zou willen werken. Op de een of andere manier begreep ik wel dat daar een redactie achter zat. Dus of ik ervan droomde om bij de Donald Duck te werken? Nee. Maar is het droombaan? Ja, dat wel. Dat je samen dingen verzint, maakt de baan zo leuk. Als iemand een goed, nieuw idee heeft kan ik ook ontzettend trots zijn. Zo iemand kan ik dan wel zoenen.’

Afbeelding: Disney

Boekgegevens

Donald Duck, Editie 43 / 2017, Uitgeverij Sanoma (€ 2,85)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2017.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven