De Socratesbeker 2023: de vijf beste filosofieboeken van het afgelopen jaar 

Op 12 april wordt de winnaar van de Socratesbeker 2023 bekend gemaakt. Als voorproefje vroegen we de vijf genomineerde auteurs hoe hun boek zich verhoudt tot de veranderingen in de hedendaagse, digitaliserende samenleving.

Guido van der Knaap over Van Aristoteles tot algoritme 

Guido van der Knaap

‘Alle studenten in het lokaal klappen hun laptop open. Die laptop is meer dan een modern notitieblok. Het is de toegangspoort tot vertaalprogramma’s, gepersonaliseerde zoekresultaten en sinds kort tot ChatGPT; voorbeelden van de opmars van AI. 
‘De toepassingen van AI roepen uiteenlopende filosofische vragen op, zoals over de betekenis van taal. Want hoe overtuigend de teksten van ChatGPT ook lijken, het programma spreekt niet noodzakelijkerwijs de waarheid en is niet gegrond in de echte wereld. Het is een laboratoriumproduct, terwijl volgens taalfilosoof Ludwig Wittgenstein niet alleen het gebruik van taal belangrijk is voor de betekenis ervan, maar ook het sociale en contextuele karakter. ChatGPT mag dan antwoord geven op uiteenlopende vragen, het ontbeert de praktijkervaring van een arts, docent of elektricien. 
‘AI automatiseert besluiten, gedachten en gesprekken. Of machines nu kunnen denken of niet, mensen besteden er steeds meer taken aan uit. Door AI in te bedden in de filosofische traditie, ontstaan nieuwe inzichten over de (on)mogelijkheden en de (on)wenselijkheid ervan. Opdat de studenten achter hun laptop vandaan komen, en zelf de samenleving vormgeven.’ 

Thijs Lijster over Wat we gemeen hebben 

Thijs Lijster (c) Jan Willem van Vliet

‘Mijn boek gaat over de commons, in het Nederlands de “meenten”. Van oudsher waren dat bronnen waar iedereen gebruik van kon maken zonder dat ze iemands exclusieve eigendom waren, zoals bossen om hout te sprokkelen. De opkomst van het internet zorgde voor een nieuwe impuls in het denken over de meenten. Denk bijvoorbeeld aan de creative commons-licentie, die het toestaat om kennis en creativiteit te delen. 
‘Grote sociale media platforms zijn afhankelijk van onze creativiteit, onze sociale relaties en emotioneel engagement. Als we zoeken op Google, liken op Facebook, of dansen voor TikTok voeren we in wezen microarbeid uit voor de grote techbedrijven. Die produceren zelf geen content meer, maar laten ons elkaar vermaken en romen daar de winst over af. 
‘In mijn boek onderzoek ik allerlei soorten “meenten”, van natuurlijke tot kunstmatige, tot kennis, data en de stad. Op al die gebieden zien we dezelfde dynamiek: de bedreiging van het gemeenschappelijke door privatisering en commodificatie, maar in geen van die gevallen is dat een “natuurlijk” proces. We moeten het juist als een politieke strijd zien, waar we weerstand tegen kunnen bieden. Want zonder de meenten, hebben we niets gemeen.’ 

Gijs van Oenen over Culturele veldslagen 

Gijs van Oenen

Culture wars bestaan al een eeuw en gaan over veel verschillende kwesties die bijna altijd direct of indirect verbonden zijn met de thema’s seksualiteit en waanzin. Culturele veldslagen schetst een “genealogie” van deze ontwikkeling, die begint bij het zogeheten cultuurmarxisme van zo’n eeuw terug en culmineert in de strijd over politieke correctheid en de maatschappelijke betekenis van woke en queer. 
‘Queer vormt een kernbegrip binnen de culture wars, omdat het een frontale aanval opent op normaliteit en de daaraan verbonden sociale status en privileges. Queer is vooral invloedrijk in de strijd rondom seksualiteit en gender, maar het draagt ook bij aan de polarisatie in de culture wars. Door het eisen van respect en waardering voor wat anders en afwijkend is, zijn mensen minder bereid om gedeelde kaders te accepteren voor conflictbeslechting. 
‘Er is een opvallend raakvlak tussen queer en de digitalisering van de samenleving. Digitalisering maakt het mogelijk om informatie eindeloos te “recombineren” en personaliseren: profielen, playlists, tijdlijnen. We zien een vergelijkbare ontwikkeling op het gebied van gender: geen toewijzing meer van binaire posities, maar een steeds verdere differentiatie van gendervormen op basis van steeds individueler bepaalde recombinaties; identiteit wordt uniek maatwerk.’ 

Miriam Rasch over Autonomie. Een zelfhulpgids 

Miriam Rasch

‘Autonomie is voor Kant bij uitstek wat ons tot mens maakt. Twee eeuwen later is het vooral de technologie die autonoom wordt genoemd: van zelfrijdende auto’s tot wapens die zelfstandig militaire missies uitvoeren. Menselijke autonomie geldt steeds meer als een illusie: het algoritme kent je beter dan jezelf en bovendien bestaat er toch niet zoiets als vrije wil. Koren op de molen van de techbedrijven, die steeds meer controle krijgen over hun gebruikers. 
‘Het concept autonomie heeft dus een update nodig. Autonomie wordt vaak geassocieerd met individualisme, maar het kan ook als de uitdrukking van een betekenisvolle relatie met de buitenwereld begrepen worden. Juist door de wereld in te gaan en je erdoor te laten raken, leer je je eigen waarden en doelen kennen. Autonomie. Een zelfhulpgids helpt de lezer bij die zoektocht op weg. Zo’n betekenisvolle autonomie, die met beide benen gesitueerd is in de wereld, zorgt ervoor dat de autonome techniek minder makkelijk kan worden ingezet om ons in een bepaalde richting te sturen.’ 

Peter Venmans over Gastvrijheid 

Peter Venmans (c) Michiel Venmans

‘Gastvrijheid is een thema van alle tijden en misschien is het zelfs bij uitstek iets van vroeger, toen het leven nog niet door en door economisch georganiseerd was. Voor het christendom was gastvrijheid een van de werken van barmhartigheid, een uiting van naastenliefde. Onze moderne tijd heeft die oude deugd grotendeels vervangen door hospitality: commercieel georganiseerde gastvrijheid, een dienst waarvoor betaald moet worden. Wat echter niet uitsluit dat vrije, ongedwongen gastvrijheid nog altijd bestaat.  
‘Natuurlijk heeft ook digitalisering invloed op de manier waarop we gasten ontvangen of bij anderen te gast zijn. Een pessimistische interpretatie is dat digitalisering bijdraagt aan het verdere verdwijnen van gastvrijheid. Als ons leven zich steeds meer online afspeelt, in een virtuele wereld, waarom is gastvrijheid dan nog nodig? De virtuele kamers waar we elkaar treffen zijn immers van niemand en van iedereen. Tegelijk is digitalisering een bedreiging voor onze privacy; en waar geen veilige privéruimte is, kan ook geen gastvrijheid bestaan. We zijn echter niet veroordeeld tot pessimisme: ongetwijfeld zullen we steeds opnieuw de gastvrijheid uitvinden, nieuwe vormen van hartelijkheid vinden, zoals dat altijd gegaan is.’

Guido van der Knaap, Van Aristoteles tot algoritme, Uitgeverij Boom, 224 pagina’s (€ 26,50)
Thijs Lijster, Wat we gemeen hebben, Uitgeverij De Bezige Bij, 272 pagina’s (€ 24,99) 
Gijs van Oenen, Culturele veldslagen, Uitgeverij Boom, 320 pagina’s (€ 29,90)
Miriam Rasch, Autonomie. Een zelfhulpgids, Uitgeverij Prometheus, 112 pagina’s (€ 16,99)
Peter Venmans, Gastvrijheid, Uitgeverij Atlas Contact, 224 pagina’s (€ 21,99) 
Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven