foto Frank Nellen

Frank Nellen wint Boekhandelsprijs 2024

Frank Nellen verdient de kost als jurist en docent. Het geld heeft hij dus niet nodig, maar het schrijfplezier is voor hem genoeg om boeken te blijven schrijven. ‘Mijn eerste boek is vrijwel onopgemerkt gebleven. Dat vond ik ook niet echt een probleem.’ Nellen won met zijn tweede roman De onzichtbaren de Boekhandelsprijs 2024.

Door RIEMER DE VRIES

De boekhandelsprijs is een prijs die uitgereikt wordt door boekverkopers. Doet dat meer met je dan een publieksprijs of een juryprijs?

‘Allereerst is het pas mijn eerste prijs, dus dat is al waanzinnig. Kijk, wat het mooie is aan die boekhandelsprijs, is dat het vakmensen zijn die dag in dag uit met boeken bezig zijn. Ze spelen een sociale rol in de maatschappij, ze spreken met andere mensen over literatuur, ze nodigen schrijvers uit, krijgen lezers over de vloer. Dus juist de Boekhandelsprijs is voor mij een enorme eer, want kennelijk denken vakmensen: Ja, dit is een goed boek. Dat vind ik een waanzinnig groot compliment.’

‘Mensen vervagen weer in ons bewustzijn. Ze zijn even uit de vergetelheid ongediept’

Liever commercieel succes of waardering uit het vak?

‘Dat is een goede vraag, want daar houd ik me best wel mee bezig. Ik schrijf literatuur omdat ik het leuk vind en omdat ik me wil meten aan een bepaalde standaard. En die standaard wordt bepaald door recensenten, door boekhandelaren, door academici. Ik vind het veel belangrijker om gewaardeerd te worden door die gemeenschap dan om boeken te verkopen. Wat de verkoopcijfers van het boek waren, daar had ik helemaal geen idee over. Ik wist wel dat het prima liep, maar wat mijn royalty’s zijn… I don’t care. Ik vind het gewoon een waanzinnige beleving wanneer je een verhaal in je hoofd hebt en dat kan uitwerken. Personages beginnen te leven, verhalen komen samen tot een samenhangend geheel. Dat is gewoon fantastisch. Je hebt totale controle.’

Verlies je nooit de controle over je personages? Moet je je weleens schikken naar hun wil?

‘Kijk, op een gegeven moment worden die personages mensen van vlees en bloed. In zekere zin verlies je dan de controle. Je kunt een personage op pagina tweehonderd geen gedragingen laten verrichten die niet kloppen met wat hij deed op pagina vijf. Dus ergens ben je gebonden als schrijver, maar het blijft altijd jouw creatie. En vloeit daar dan een manipulatieve drang uit voort? Nee, dat denk ik ook weer niet. Ik ben een dromer, zo zou ik het willen zeggen. Ik droom over personages, die ik vervolgens welwillend kan neerzetten en uittekenen. Dat is voor mij het plezier.’

Je zei in een interview met Observant dat Nederlandse schrijvers vaak in hun eigen achtertuin blijven. Je hebt nu geschreven over banlieues in Parijs en het communistische regime in de Sovjet-Unie. Is Nederland te klein voor jou?

‘Nederland niet, maar mijn eigen achtertuin wel. Je hebt in Nederland veel schrijvers die goede autofictie schrijven en dat levert goede literatuur op, maar dat past niet bij mijn schrijven. Ik heb helemaal niks met mijn eigen sores. Ik vind daar niks wat mijn aandacht kan vasthouden. Ik denk dat er veel grotere thema’s zijn, grotere belangen en grotere onderwerpen om over te schrijven, en ik denk dat ik mijn aandacht daarop blijf richten. Mijn eigen achtertuin vind ik volstrekt oninteressant.’

Dus Pavel is niet op jezelf gebaseerd?

‘Nee, helemaal niet. Ik heb dit nog aan niemand verteld, maar eigenlijk heb ik Pavel gebaseerd op Adolf Hitler, met zijn zwarte haar en blauwe ogen. En Hitler was natuurlijk ook een demagoog. Pavel heeft ook demagogische trekjes, maar uiteindelijk is hij in zekere zin geen kwade jongen. Het is niet de Hitler geworden die ik voor ogen had. Als ik iets van mezelf in het boek heb gestoken, zit het in Dani, zijn afwachtendheid, zijn gelatenheid. Ik ben absoluut niet heroïsch. Ik ben geen held.’

Je schrijft in De onzichtbare over de Sovjettijd, een ver-van mijn-bedshow. Is het lastig om over zo’n historische periode te schrijven? Had je vertrouwen dat je genoeg kennis had?

‘Ja. Ik heb zo veel onderzoek gedaan. Vijf, zes meter aan boeken over de Sovjettijd en Oekraïne. Op een gegeven moment dacht ik: het zit wel in me. Ik kon die tijd voelen. Ik doorgrondde de instituten, de politieke organisaties. Daar zijn jaren overheen gegaan, maar toen dat achter de rug was, wist ik: ja, ik zit hier in, en nu is het aan mij om verhalen in die kennis in te bedden. Dus nee, ik heb me er nooit onzeker over gevoeld. Op een gegeven moment weet je: zo zit het.’

Is je fascinatie met de Sovjettijd specifiek aan die tijd of gaat er een bredere interesse onder schuil?

‘Niet in mijn eigen leven, maar wat er wel in zit is de slechtheid van de mens. Dat is wat mij aantrekt. Ik lees bijvoorbeeld Cormac McCarthy, duistere fictie. Die donkere kant heeft me altijd aangetrokken en dat houdt natuurlijk direct verband met totalitaire regimes. Waarom doet een mens wat hij doet? Op een heel individueel niveau begrijp ik wel wat er gebeurt, maar niet als je het naar een maatschappelijke abstractie trekt. Hoe kan het dat zo’n hele maatschappij het goede de rug toekeert? Dat begrijp ik niet en daar wil ik misschien wel achter komen.’

Je bent ver voor de inval van Rusland in Oekraïne in 2022 begonnen met deze roman. Zijn Oekraïners nu net zo onzichtbaar als toen?

‘In de 20e eeuw zijn er in Oekraïne tien tot vijftien miljoen onnatuurlijke doden gevallen. Dat is waanzin. En dát zijn de onzichtbare, hè? Want die doden, die kennen we niet. En ja, nu zie je hetzelfde gebeuren. Mensen vervagen weer in ons publieke bewustzijn. Ze zijn even uit de vergetelheid opgediept, maar dat was snel weer over. Nu heb je het conflict tussen Israël en Palestina, en dreigen we de Oekraïners weer uit het oog te verliezen. We beginnen alweer te vergeten. 

Frank Nellen, De onzichtbaren,

Hollands Diep, 264 p. (€ 22,99)

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven