Jarenlang was Lex Jansen de uitgever en het gezicht van De Arbeiderspers. Nu is hij directeur van het door hem opgerichte Magonia: uitgeverij
en centrum voor schrijfbegeleiding.
Lex Jansen
In de Sud Ouest van gisteren las ik dat er bij de start van het nieuwe seizoen in Frankrijk 466 nieuwe romans verschijnen. Vierhonderdzesenzestig! En dat is vijf procent minder dan vorig jaar en het laagste aantal titels sinds het begin van deze eeuw. Vergelijk het maar eens met 2010, het jaar waarin Michel Houellebecq de Prix Goncourt won. Toen ging het om maar liefst zevenhonderd titels bij de start van het culturele seizoen. Ik wil maar zeggen: 466 is eigenlijk nogal weinig. Natuurlijk zijn er de nodige grote namen, zoals bijvoorbeeld Amélie Nothomb of Éric Reinhardt, maar van zeer veel nieuwe titels is het afwachten of het publiek er al dan niet warm voor zal lopen. Ook in ons eigen land mogen we weer het nodige
verwachten. Er is net een nieuwe roman van Adriaan van Dis verschenen, Arnon Grunberg en Tommy Wieringa komen met nieuwe boeken, et cetera. Verschillende inkopers van de grot boekhandelsketens verklapten in berichten op de sociale media al dat ze een mooi najaar verwachten.
Talkshows besteden aandacht aan het nieuwe fenomeen!
Het zal allemaal wel wat kleinschaliger zijn dan in Frankrijk, maar het is zeker dat er keuze genoeg zal zijn. En dan blijft het altijd de vraag hoe je tussen al dat geweld op kunt vallen. Daarover wordt aan vele vergadertafels uitvoerig gesproken, vooral ook omdat er blijkbaar niet één altijd-werkend recept is. Ter promotie van nieuwe titels ging de al eerdergenoemde Grunberg eens met een ezeltje langs ’s lands wegen, en Rosita
Steenbeek maakte een aantal jaren geleden een fietstocht door Nederland, van boekwinkel naar boekwinkel. Originaliteit kan deze acties niet
ontzegd worden, en ze wérkten bovendien. Maar zoiets kun je niet ieder jaar doen. Passend bij de tijdgeest zien we nu steeds meer literaire acties op TikTok, Instagram of Facebook en bepaalde influencers hebben werkelijk bijgedragen aan de verkoop van de door hen aangeprezen titels. Ook bij deze nieuwe vormen van promotie blijkt het echter zeer moeilijk te voorspellen waarom de ene actie wel en de andere helemaal niet werkt. Zichtbaarheid lijkt belangrijk, maar er zijn ook auteurs die zich niet laten kennen, terwijl hun boeken toch succes hebben. Voor de nabije toekomst voorspel ik dat er een marketingcampagne wordt opgezet, waarbij twee totaal verschillende titels elkaar moeten gaan versterken. Het megasucces van de films Oppenheimer en Barbie moet marketeers wel aan het denken zetten. Ik ben benieuwd met welke verrassende combinaties ze op de proppen zullen komen. Kluun met Margriet de Moor? Yvonne Kroonenberg met Adri van der Heijden? In de boekhandels zullen deze koppels overal in het oog springen. Talkshows besteden aandacht aan het nieuwe fenomeen: ‘Wat vinden we ervan?’, en lezers komen in aanraking met titels waar ze anders niet eens naar gekeken zouden hebben. Het lijkt me wel wat! En voor het jaar daarop moeten we dan weer iets anders bedenken.
Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2023.