We hadden voor de meivakantie een strandslaaphuisje gehuurd. Een klein houten hutje met zijn voetjes in het Zeeuwse strandzand.
Ik heb zelf de neiging om vakanties te verlengen. Om weken voor het vertrek al te beginnen met genieten en mijn hele familie daarin mee te trekken.
Dat heb ik niet van een vreemde. Mijn vader was de Koning van de Voorpret. Onze autovakanties naar het Spanje van Franco werden door mijn vader uitgerekt tot wereldreisproporties.
De voorbereiding voor deze reis begon al een half jaar eerder. Met een stapel weg- en landkaarten vogelde hij tot in detail de tolwegvrije route uit. Hij typte al deze details uit op een lange rol. Dit ingenieuze routedocument paste in het kastje van het dashboard van de auto en kwam als een wc-rol uit de onderkant. Als een soort low-tech TomTom kon mijn moeder steeds een stukje route uit het kastje trekken en voorlezen. Maanden voor het vertrek kreeg ik als kleine Patz deze weg-rol al te zien. Niet alleen de afslagen stonden op de rol, maar ook wat er links en rechts te zien was.
Nog voordat we op reis gingen wist ik al tot in griezelig detail wat we allemaal gingen beleven. Alsof ik de route al in Google Streetview had doorlopen.
Voor de strandvakantie in het Zeeuwse strandhuisje deed ik het anders. Ik besloot mijn oudste zoon verhalen te vertellen. Verhalen over wat we allemaal gingen meemaken op dat stukje strand. Ik ging er een beetje aan voorbij dat mijn oudste zoon toen een jaar of vijf was. De hele cast van nieuwe vriendjes waarover ik weken voor de vakantie vertelde, was in mijn ogen natuurlijk fictief. Ik had me nooit gerealiseerd dat hij wel eens zou kunnen denken dat hij de avonturen echt zou gaan beleven. Dat zelfs een nieuw vriendje in de vorm van een zeemeeuw voor hem realiteit zou kunnen zijn werd mij pas duidelijk toen we voor het eerst het strand opliepen en hij daar een knots van een zeemeeuw zag staan. Met een blik vol herkenning rende hij op de meeuw af. ́Bertje!’ riep hij, alsof het een lang verloren vriend betrof. Die dag leerde ik twee belangrijk lessen. Misschien wel over de kleuterrug van mijn oudste zoon. De kracht van verhalen. En het gevaar van voorpret.
Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2015