Column Lex Jansen: Vanuit de verte dichterbij

Als redacteur ben ik natuurlijk vooral met teksten bezig, maar soms leidt het intensieve contact met een schrijver ook tot iets geheel anders. Met een zekere regelmaat begeleid ik auteurs als zij in den lande een lezing geven. Dat brengt me soms op zeer bijzondere plekken. Niet lang geleden kwam ik als chauffeur/begeleider in Middenbeemster, een prachtig dorp in de polder, met een kerk die werd ontworpen door de toenmalig stadsarchitect van Amsterdam, Hendrick de Keyser. Vlakbij het kerkplein werden ‘mijn schrijver’ en ik ontvangen in een fraai herenhuis, waarin het Betje Wolff Museum is gehuisvest. In een fraai ingerichte kamer kregen we thee geserveerd met een Betje-bonbon, en mijn hond Basso kreeg water in een kommetje van porselein. Tijdens de rondleiding door het museum liep Basso mee en hij snuffelde, zoals honden doen, in iedere hoek. Om de een of andere reden bleef hij dralen in de zolderkamer, die de nieuwsgierig makende naam ‘Kipperust’ draagt. Volgens de overlevering stond hier de schrijftafel van Betje. Terwijl haar dertig jaar oudere man, Adrianus Wolff, in zijn kantoor beneden aan de preek voor de komende zondag werkte, schreef Betje hier haar ‘Bespiegelingen’, of ‘Eenzame nachtgedachten’. Terwijl mijn auteur op een andere locatie over zijn nieuwe roman vertelde, mocht ik wachten in het woonhuis van Betje en Adrianus. Toen iedereen weg was, heerste er een ongewone stilte in de salon. Af en toe sloeg de staande klok naast de deur, direct gevold door de klokken in de kerk van De Keyser. Basso lag onder de tafel en snurkte een beetje. De tijdsmachine waarin ik had plaatsgenomen hield even een paar uur stil.

Mijn gedachten gingen terug naar een bezoek, een paar jaar geleden, aan Museum Staring in Almen. Anthony Staring was voor mij nooit meer dan een straatnaam geweest, maar hier, in dit prachtige dorp aan de Berkel, kwam de schrijver ineens tot leven. Hoewel geen leeftijdsgenoten, leefden Betje en Anthony beiden in de achttiende en negentiende eeuw. Ze hebben de roerige tijden van de Franse revolutie meegemaakt en over de veldtochten van Napoleon gelezen. Na de dood van haar man leefde Betje samen met haar vriendin Aagje Deken. Ze waren zo onder de indruk van de revolutionaire ontwikkelingen dat ze Nederland achter zich lieten en naar Frankrijk verhuisden. Tijdens de revolutie van 1789 woonden ze in Trévoux, in de buurt van Lyon. Staring moest niet veel hebben van de nieuwe ideeën. Toen hij gekozen werd tot lid van de Tweede Nationale Vergadering van de Bataafse Republiek voelde hij daar niets voor. Juist doordat ik in hun huizen geweest ben en door hun kamers heb mogen lopen, zijn deze auteurs dichterbij gekomen. Dat is waarom ik van dit soort schrijversmusea  houd.

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2022.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven