Column Lex Jansen: Over de pest en andere ongemakken

Vorig jaar, tijdens de eerste lockdown, was er voor de beroemde roman van Albert Camus – La peste – zoveel hernieuwde aandacht dat het boek in de hoogste regionen van De Bestseller 60 verscheen. De roman verscheen in 1949 maar was nu ineens weer zeer actueel. Zo gek was dat niet, want het verhaal gaat over een ziekte die in een Algerijnse stad zozeer om zich heen grijpt dat Oran van de buitenwereld moet worden afgesloten. Heerst er onder de bevolking eerst nog een vorm van onverschilligheid, of zelfs ontkenning van de gevaren van de ziekte, later volgen er wanhopige pogingen om de gevolgen van de pest te bestrijden. Na bijna een jaar komt er eindelijk hulp uit Parijs en kan de quarantaine worden beëindigd.
Terecht of niet, de link met COVID-19 was snel gelegd. We zijn nu een jaar verder en met nieuwe varianten van het virus en steeds weer andere problemen met de vaccins biedt onze ‘hulp van Parijs’ nog niet voldoende zekerheid om over te kunnen gaan tot de orde van de dag. Vorige week sprak ik een auteur die, mede uit angst voor besmetting, verkast was naar haar zomerhuisje in de Bourgogne. ‘Ik zit hier beter dan in het centrum van Nijmegen,’ vertelde ze zo opgewekt mogelijk, maar in de loop van het gesprek bleken de gewijzigde omstandigheden haar toch te raken. Ze beschreef een gevoel van bewegingsloosheid, grenzend aan apathie. ‘Alles is iedere dag hetzelfde. Ik mis de toppen en de dalen. Soms lijkt het alsof er nooit meer iets zal veranderen.’
Een paar dagen later had een andere schrijver het ook over apathie. Hij miste de impulsen van buitenaf. ‘Alles moet uit mezelf komen en er zijn dagen dat ik me leeg voel. Ik kan dan wel de hele dag op een stoel liggen.’ Het was alsof er een kastje in mijn hersenen geopend werd. Daar verscheen Hans Castorp, de hoofdfiguur uit de roman De toverberg, van Thomas Mann. Hij had net de thee genuttigd met de heren Settembrini en Naphta en rustte nu in zijn ligstoel van het sanatorium waar hij al enige tijd verbleef. Verderop zat madame Chauchat. Als altijd bracht haar blik Hans in verwarring. Even was ik afgeleid door de beelden in mijn hoofd, maar nu richtte ik me weer op het telefoongesprek. Tot mijn stomme verbazing begon mijn gesprekspartner nu zelf over De toverberg.  Hij vertelde dat hij de roman uit 1924 herlas, omdat er geen andere roman was waarin hij zijn gemoedstoestand van de laatste tijd beter herkende. Las u tijdens de eerste lockdown De pest, misschien is het dan nu tijd voor De toverberg

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie mei 2021.    
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht. 

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven